Nous observons (Figure 23) que sur les 220 APR-DRG ayant un nombre de séjours supérieur à 30 et non spécifique à un sexe (comme par exemple : accouchements ou procédures sur le pénis), il y a 166 APR- DRG (75%) dont les différences entre répartition sont inférieures à 5%.
Van de 220 APR-DRG die niet geslachtsspecifiek zijn (zoals bv. bevallingen of procedures op de penis) en meer dan 30 verblijverblijven in de steekproef tellen (Figuur 23), zijn er 166 (75%) waarbij de verschillen tussen de verdelingsramingen man/vrouw in de steekproef en de geobserveerde verdelingen in de nationale gegevens (TCT) onder de 5% vallen.