Vertaling van "nouvelles fractures vertébrales " (Frans → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

Fracture vertébrale de stress
stressfractuur van wervel

Fracture vertébrale de fatigue
vermoeidheidsfractuur van wervel

fracture par tassement de la colonne vertébrale
compressiefractuur van wervelkolom

fracture de la colonne vertébrale
fractuur van wervelkolom

fracture de la colonne vertébrale cervicale
fractuur van cervicale wervelkolom

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Trois années de traitement par l’alendronate (5 mg/jour les deux premières années et 10 mg/jour la troisième année) chez des femmes ménopausées ostéoporotiques (qui avaient déjà présenté au moins une fracture vertébrale par tassement) entraînaient une diminution des incidences de fractures suivantes : la proportion de patientes présentant au moins une nouvelle fracture vertébrale (alendronate 8,0 % versus placebo 15,0 % – soit une diminution de 47 %) ; patientes présentant au moins deux nouvelles fractures vertébrales (0,5 % versus 4,9 % – soit une diminution de 90 %) ; patientes présentant une fracture clinique (c.-à-d. douloureuse) quelconque (13,7 % versus 18,3 % – soit une diminution de 28 % ; fracture de la hanche (1,1 % versus 2,2 % – soit une diminution de 51 %) ; fracture du poignet (avantbras) (2,2 % versus 4,1 % – soit une diminution de 48 %).
Drie jaar behandeling met alendronaat (5 mg/dag de eerste twee jaar en 10 mg/dag het derde jaar) bij vrouwen met postmenopauzale osteoporose (die al minstens een wervelindeukingsfractuur hadden opgelopen) resulteerde in een daling van de incidentie van fracturen. Het percentage patiënten dat minstens een nieuwe wervelfractuur opliep, daalde met 47% (alendronaat 8,0% versus placebo 15,0%); het aantal patiënten met minstens twee nieuwe wervelfracturen daalde met 90% (0,5% versus 4,9%).

Réduction du risque relatif de nouvelles fractures vertébrales morphométriques Incidence de nouvelles fractures vertébrales morphométriques Réduction du risque relatif de fracture vertébrale clinique Incidence de fracture vertébrale clinique DMO lombaire – évolution moyenne entre le début de l’étude et la 3 ème année DMO hanche totale – évolution moyenne entre le début de l’étude et la 3 ème année
Relatieve Risico Afname Nieuwe morfometrische vertebrale fracturen Incidentie van nieuwe morfometrische vertebrale fracturen Relatieve risico afname van klinische vertebrale fracturen Incidentie van klinische vertebrale fracturen BMD – gemiddelde verandering t.o.v. uitgangswaarde wervelkolom na 3 jaar BMD – gemiddelde verandering t.o.v. uitgangswaarde totaal heup na 3 jaar.

Réduction du risque relatif de nouvelles fractures vertébrales morphométriques Incidence des nouvelles fractures vertébrales morphométriques Réduction du risque relatif de fractures vertébrales cliniques Incidence des fractures vertébrales cliniques
Incidentie van nieuwe morfometrische vertebrale fracturen Relatieve risico reductie van klinische vertebrale fracturen Incidentie van klinische vertebrale fracturen BMD - gemiddelde verandering t.o.v. uitgangswaarde wervelkolom na 3 jaar BMD - gemiddelde verandering t.o.v. uitgangswaarde totale heup na 3 jaar.

Réduction du risque relatif de nouvelles fractures vertébrales morphométriques Incidence de nouvelles fractures vertébrales morphométriques Réduction du risque relatif de la fracture vertébrale clinique Incidence de fracture vertébrale clinique DMO lombaire – évolution moyenne entre le début de l’étude et la 3ème année DMO hanche totale – évolution moyenne entre le début de l’étude et la 3ème année
Relatieve risico afname Nieuwe morfometrische vertebrale fracturen Incidentie van nieuwe morfometrische vertebrale fracturen Relatieve risico afname van klinische vertebrale fracturen Incidentie van klinische vertebrale fracturen B M D – gemiddelde verandering t.o.v. uitgangswaarde wervelkolom na 3 jaar B M D – gemiddelde verandering t.o.v. uitgangswaarde totaal heup na 3 jaar

L’incidence des fractures a été évaluée comme un critère de sécurité : un traitement continu par Prolia a maintenu une incidence faible des nouvelles fractures vertébrales et non vertébrales durant les années 4 et 5 (le taux annuel de nouvelles fractures vertébrales était de 1,4 % pour chacune des années 4 et 5, tandis que celui des fractures non-vertébrales représentait 1,4 % et 1,1 % des patientes respectivement pendant les années 4 et 5).
De incidentie van fracturen werd als veiligheidseindpunt geëvalueerd: bij voortgezette behandeling met Prolia bleef de incidentie van nieuwe wervel- en niet-wervelfracturen in jaar 4 en jaar 5 laag. Het jaarlijkse percentage nieuwe wervelfracturen was gemiddeld 1,4% in de jaren 4 en 5, terwijl 1,4% en 1,1% van de patiënten een niet-wervelfractuur had in respectievelijk jaar 4 en jaar.

Réduction du risque relatif Nouvelles fractures vertébrales morphométriques Incidence des nouvelles fractures vertébrales morphométriques Réduction du risque relatif de fracture vertébrale clinique Incidence des fractures vertébrales cliniques DMO – variation moyenne par rapport au départ pour la colonne lombaire à 3 ans DMO – variation moyenne par rapport au départ pour la hanche totale à 3 ans
Relatieve risicoverlaging nieuwe morfometrische wervelfracturen Incidentie van nieuwe morfometrische wervelfracturen Daling van het relatieve risico op klinische wervelfracturen Incidentie van klinische wervelfracturen BMD van de lumbale wervels - gemiddelde verandering na 3 jaar ten opzichte van de beginwaarde BMD van de totale heup - gemiddelde verandering na 3 jaar ten opzichte van de beginwaarde

Au moins une nouvelle fracture vertébrale (0-1 an) Au moins une nouvelle fracture vertébrale (0-2 ans) Au moins une nouvelle fracture vertébrale (0-3 ans) ** p < 0,0001
Tenminste één nieuwe wervelfractuur (0-1 jaar) Tenminste één nieuwe wervelfractuur (0-2 jaar) Tenminste één nieuwe wervelfractuur (0-3 jaar) ** p < 0,0001

Les femmes atteintes d’une première fracture vertébrale courent cinq fois plus de risque de développer une nouvelle fracture dans les 12 mois après la première fracture.
Vrouwen met een eerste wervelbreuk lopen vijf keer meer kans een nieuwe fractuur op te lopen in de 12 maanden volgend op de eerste fractuur.

Renforçant son profil d’efficacité et d’innocuité, de nouveaux résultats provenant d’un essai pivot de long terme sur les fractures montrent que Reclast/Aclasta conserve la masse osseuse de malades qui ont reçu une perfusion annuelle pendant six ans. En outre, le risque de nouvelles fractures morphométriques de la colonne vertébrale, mesuré en tant que critère secondaire, a été réduit de 52% par rapport aux malades qui ont arrêté le traitement au bout de trois ans.
Reinforcing its efficacy and safety profile, new long-term data from a pivotal fracture trial show Aclasta preserved bone mass in patients who received annual infusions for six years and the risk of new morphometric spine fractures was reduced by 52% when measured as a secondary endpoint compared to those who stopped treatment at three years.

Des muscles forts soutiennent la colonne vertébrale, renforcent les os et empêchent des nouvelles fractures.
Sterke spieren steunen de wervelkolom, versterken de botten en voorkomen dat er nieuwe fracturen ontstaan.