L’opérateur doit également pouvoir établir la relation entre les produits entrants et les produits sortants (3) Informer immédiatement l’Agence lorsque l’opérateur considère ou a des raisons de penser qu’un produit qu’il a importé, produit, cultivé, élevé, transformé, fabriqué ou distribué peut être préjudiciable à la santé humaine, animale ou végétale.
Tevens moet het verband tussen de aangevoerde en de afgevoerde producten kunnen worden gelegd (3) onverwijld het Agentschap in kennis stellen indien de operator van mening is of redenen heeft om aan te nemen dat een door hem ingevoerd, geproduceerd, gekweekt, geteeld, verwerkt, vervaardigd of gedistribueerd product schadelijk kan zijn voor de gezondheid van mens, dier of plant.