Le médecin généraliste de garde ne doit pas seulement être à tout moment « joignable » (quel que soit le moyen de communication), il doit surtout donner une suite adéquate à la demande de soins pendant le service de garde : une distinction nette doit être opérée entre la « consultation téléphonique » citée et « l’exécution concrète de la mission de garde » lors de chaque demande de soins.
De huisarts met wachtdienst moet niet alleen op elk moment “bereikbaar” zijn (om het even wat het communicatiemiddel is), hij moet vooral een gepast gevolg geven aan de zorgvraag gedurende de wachtdienst : er moet een duidelijk onderscheid gemaakt worden tussen het geciteerde “telefonische consult” en “de concrete uitvoering van de wachtdienstopdracht” bij elke zorgvraag.