Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
- L’étude ACTIVE W

Vertaling van "oraux inr entre " (Frans → Nederlands) :

Rappelons que l’utilisation d’anticoagulants oraux (INR recherché entre 2,0 et 3,0; entre 3,0 et 4,0 chez les patients porteurs d’une prothèse valvulaire) est recommandée en présence d’une fibrillation auriculaire ou d’une autre cardiopathie emboligène, pour autant qu’il n’y ait pas de contre-indication.

We herinneren er aan dat het gebruik van orale anticoagulantia (streefwaarde voor INR tussen 2,0 en 3,0; tussen 3,0 en 4,0 voor patiënten met een hartklepprothese) aanbevolen is bij bestaan van voorkamerfibrillatie of een andere emboligene cardiopathie, voor zover er geen contra-indicaties bestaan.


En prévention primaire chez les patients avec un risque thrombo-embolique élevé, et en prévention secondaire, les anticoagulants oraux (INR entre 2,0 et 3,0) sont indiqués.

In primaire preventie bij patiënten met een hoog risico van trombo-embolie, en in secundaire preventie zijn orale anticoagulantia (INR tussen 2,0 en 3,0) aangewezen.


En présence d’une valvulopathie, surtout mitrale, l’administration d’anticoagulants oraux (INR entre 2,0 et 3,0) est indiquée en cas de fibrillation auriculaire ou d’antécédents thrombo-emboliques, ainsi que chez les patients atteints d’une sténose mitrale avec mise en évidence à l’échographie d’un thrombus dans l’oreillette gauche.

Bij kleplijden, vooral ter hoogte van de mitralisklep, is toediening van orale anticoagulantia (INR tussen 2,0 en 3,0) aangewezen bij patiënten met voorkamerfibrillatie of met trombo-embolische antecedenten, alsook bij patiënten met mitralisstenose bij wie op echografie een trombus in de linkervoorkamer werd vastgesteld.


La place des héparines de faible poids moléculaire et des anticoagulants oraux (INR entre 2,0 et 3,0) est établie dans la prévention et le traitement des affections thrombo-emboliques veineuses profondes (TEVP).

De plaats van heparines met laag moleculair gewicht en van orale anticoagulantia (INR tussen 2,0 en 3,0) bij de preventie en behandeling van diep-veneuze trombo-embolische aandoeningen (DVT) staat vast.


- L’étude ACTIVE W [publiée dans le Lancet 2006; 367:1903-12, avec un commentaire 1877-8] a comparé, chez 6.700 patients atteints de fibrillation auriculaire avec un risque élevé d’accident vasculaire cérébral (voir plus haut), un traitement par des anticoagulants oraux (INR entre 2 et 3) et un traitement par l’association de clopidogrel (75 mg p.j) et d’acide acétylsalicylique (75 à 100 mg p.j.).

- In de ACTIVE W-studie [Lancet 2006; 367:1903-12, met commentaar 1877-8] werd bij 6.700 patiënten met voorkamerfibrillatie en hoog risico van cerebrovasculair accident (zie hoger), een behandeling met orale anticoagulantia (INR tussen 2 en 3) vergeleken met een behandeling op basis van de associatie clopidogrel (75 mg p.d.) + acetylsalicylzuur (75 à 100 mg p.d.).


La variabilité intra-individuelle élevée de la coagulabilité pendant les maladies et l’éventualité d’une interaction entre les anticoagulants oraux et la chimiothérapie anticancéreuse nécessitent, si l’on décide de traiter le patient par des anticoagulants oraux, d’augmenter la fréquence de la surveillance de l’INR (International Normalised Ratio).

De grote intra-individuele variabiliteit van de stollingstoestand tijdens ziekten en de mogelijke interactie tussen orale anticoagulantia en chemotherapie tegen kanker vereisen een frequentere controle van de INR (International Normalised Ratio) als wordt besloten de patiënt met orale anticoagulantia te behandelen.


La variabilité intra-individuelle élevée de la coagulabilité durant les maladies, et la possibilité d’interactions entre les anticoagulants oraux et les chimiothérapies anticancéreuses nécessitent d’augmenter la fréquence des contrôles de l’INR, si on décide de traiter ces patients par anticoagulants oraux.

Wegens de hoge intra-individuele variabiliteit van de stolbaarheid tijdens ziekten en de mogelijke interactie tussen orale anticoagulantia en kankerchemotherapie moet de INR vaker worden gecontroleerd als wordt beslist om de patiënt te behandelen met orale anticoagulantia.


La forte variabilité intra-individuelle de l’état de coagulation pendant une maladie maligne et l’interaction potentielle entre des anticoagulants oraux et une chimiothérapie anticancéreuse requièrent, en cas de décision de traiter le patient par des anticoagulants oraux, une augmentation de la fréquence de la surveillance INR (International Normalised Ratio ou rapport normalisé international).

De grote intra-individuele variabiliteit van de coagulatie bij kwaadaardige aandoeningen en de mogelijke interactie tussen orale anticoagulantia en chemotherapie tegen kanker maken het noodzakelijk om de frequentie van de INR-controle (International Normalised Ratio) te verhogen, indien wordt besloten de patiënt te behandelen met orale anticoagulantia.


Chez les patients avec un risque thrombo-embolique élevé (âge > 75 ans, hypertension artérielle avec tension systolique > 160 mmHg, insuffisance cardiaque, valvulopathie, dysfonctionnement ventriculaire gauche, antécédents thrombo-emboliques), l’administration d’anticoagulants oraux (avec un INR entre 2,0 et 3,0) se justifie étant donné leur plus grande efficacité par rapport à l’acide acétylsalicylique.

Bij patiënten met een hoog risico van trombo-embolie (leeftijd > 75 jaar, arteriële hypertensie met systolische bloeddruk > 160 mm Hg, hartfalen, kleplijden, linkerventrikeldisfunctie, trombo-embolische antecedenten) is toediening van orale anticoagulantia (met INR tussen 2,0 en 3,0) gerechtvaardigd gezien ze daarbij doeltreffender zijn dan acetylsalicylzuur.


Chez les patients porteurs d’une prothèse biologique, un traitement anticoagulant oral (INR entre 2,0 et 3,0) est généralement recommandé pendant les 3 premiers mois suivant l’implantation, suivi ensuite d’un traitement par de faibles doses d’acide acétylsalicylique; les anticoagulants oraux seront toutefois poursuivis indéfiniment en présence de facteurs de risque associés (antécédents de thrombo-embolie, thrombus dans l’oreillette gauche, dilatation de l’oreillette gauche, insuffisance cardiaque, fibrillation auriculaire).

Bij patiënten met een biologische klepprothese wordt een behandeling met orale anticoagulantia (INR tussen 2,0 en 3,0) gewoonlijk aanbevolen gedurende de eerste drie maanden na de implantatie, gevolgd door een behandeling met acetylsalicylzuur in lage dosis; bij bestaan van geassocieerde risicofactoren (trombo-embolische antecedenten, trombus in de linkervoorkamer, dilatatie van de linkervoorkamer, hartfalen, voorkamerfibrillatie) dient de behandeling met orale anticoagulantia levenslang te worden voortgezet.




datacenter (12): www.wordscope.be (v4.0.br)

oraux inr entre ->

Date index: 2023-04-19
w