Un bref délai de prescription de deux ans, prenant cours, de surcroît, à compter de la fin du mois au cours duquel le paiement des prestations a été effectué, serait incompatible avec l’objectif poursuivi par le législateur, à savoir lutter contre des examens et des traitements inutilement onéreux et contre des prestations superflues à charge du régime d’assurance obligatoire soins de santé et indemnités.
Een korte verjaringstermijn van twee jaar, dan nog ingaand op het einde van de maand waarin die prestaties zijn vergoed, zou niet verenigbaar zijn met de door de wetgever nagestreefde doelstelling, namelijk het bestrijden van onnodig dure onderzoeken en behandelingen en overbodige verstrekkingen ten laste van de regeling voor verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen.