Vertaling van "paralytique et hypotension " (Frans → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

hypotension | tension (artérielle) inférieure à la normale
hypotensie | lage bloeddruk

1) hypotensif - 2) hypotenseur | 1) relatif à l'hypotension - 2) qui diminue la tension
hypotensief | wat de bloeddruk verlaagt

Poliomyélite paralytique aiguë, virus sauvage importé
acute paralytische poliomyelitis, geïmporteerd natuurlijk virus

Poliomyélite paralytique aiguë, virus sauvage indigène
acute paralytische poliomyelitis, inheems natuurlijk virus

Poliomyélite paralytique aiguë, associée au virus vaccinal
acute paralytische poliomyelitis, samenhangend met vaccin

Démence paralytique | Paralysie générale | Syphilis nerveuse tabétique | Tabès | juvénile | Encéphalite+ (G05.0*) | Méningite+ (G01*) | Polynévrite+ (G63.0*) | syphilitique congénitale tardive
dementia paralytica juvenilis | juveniele | algemene parese | juveniele | tabes dorsalis | juveniele | taboparetische neurosyfilis | late congenitale syfilitische | encefalitis (G05.0) | late congenitale syfilitische | meningitis (G01) | late congenitale syfilitische | polyneuropathie (G63.0)

iléus paralytique
paralytische ileus

syndrome paralytique
paralytisch syndroom

Poliomyélites paralytiques aiguës, autres et sans précision
acute paralytische poliomyelitis, overig en niet-gespecificeerd

Poliomyélite aiguë non paralytique
acute niet-paralytische poliomyelitis

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

mineure) Très rare* : neuropathie autonome (entraînant iléus paralytique et hypotension orthostatique), grand mal épileptique, convulsions, encéphalopathie aiguë, étourdissements, ataxie, céphalées Peu fréquent : sécheresse oculaire, amblyopie, anomalie du champ visuel Très rare* : atteinte du nerf optique et/ou troubles visuels (scotome scintillant), en particulier chez les patients ayant reçu des doses supérieures à la dose recommandée. Fréquence indéterminée * : œdème maculaire, photopsie, corps flottants du vitré Très rare* : ototoxicité, surdité de perception, acouphènes, vertiges Fréquent : bradycardie, tachycardie, palpitations, syncope Peu fréquent : insuffisance cardiaque congestive, infarctus du myocarde, bloc AV et syncope, cardiomyopathie, tachycardie ventriculaire asymptomatique, tachycardie avec bigéminisme Rare : insuffisance cardiaque Très rare * : fibrillation auriculaire, tachycardie supraventriculaire Très fréquent : hypotension Fréquents : vasodilatation (bouffées vasomotrices) Peu fréquent : thrombose, hypertension, thrombophlébite Très rare* : choc Fréquence indéterminée : phlébite Fréquent : épistaxis Rare* : insuffisance respiratoire, embolie pulmonaire, fibrose pulmonaire, pneumonie interstitielle, dyspnée, épanchement pleural Très rare* : toux, hypertension pulmonaire Très fréquents : diarrhée, vomissements, nausées, mucosite, stomatite, douleurs abdominales Fréquents : sécheresse buccale, ulcération buccale, méléna, dyspepsie Rare* : obstruction intestinale, perforation intestinale, colite ischémique, pancréatite aiguë Très rares* : thrombose mésentérique, colite pseudomembraneuse, colite neutropénique, entérocolite neutropénique, ascite, œsophagite, constipation
Soms: congestief hartfalen, AV-block en syncope, cardiomyopathie, asymptomatische ventriculaire tachycardie, tachycardie met bigeminie Zelden: hartfalen Zeer zelden*|: atriumfibrilleren, supraventriculaire tachycardie Zeer vaak: hypotensie Vaak: vasodilatatie (flushing) Soms: trombose, hypertensie,tromboflebitis Zeer zelden∗: shock Niet bekend: phlebitis Vaak: epistaxis Zelden∗: respiratoir falen, pulmonaire embolie, longfibrose, interstitiële pneumonie, dyspnoe, pleurale effusie Zeer zelden∗: hoesten, pulmonaire hypertensie Zeer vaak: diarree, braken, nausea, mucositis, stomatitis, buikpijn Vaak: droge mond, mondulceratie, melaena, dyspepsie Zelden∗: intestinale obstructie, intestinale perforatie, ischemische colitis, acute pancreatitis Zeer zelden*: mesenterische trombose, pseudomembraneuze colitis, neutropenische colitis, neutropene enterocolitis, ascites, oesofagitis, constipatie Zeer zelden∗: hepatische necrose, hepatische encefalopathie (beide met gemelde gevallen van fatale afloop) Zeer vaak: alopecie Vaak: voorbijgaande en milde nagel- en huidveranderingen, droge huid, acne Soms: veranderingen in nagelpigmentatie of verkleuring van het nagelbed Zelden∗: pruritus, rash, erytheem Zeer zelden∗: Stevens- Johnson syndroom, epidermale necrolyse, erythema multiforme, exfoliatieve dermatitis, urticaria, onycholysis (patiënten in therapie moeten zonbescherming op handen en voeten dragen), folliculitis Niet bekend: sclerodermie Zeer vaak: arthralgie, myalgie Vaak: botpijn, beenkrampen, myasthenie, rugpijn Niet bekend: systemische lupus erythematosis Vaak: dysurie Zeer vaak: asthenie, pijn, oedeem waaronder perifeer oedeem en oedeem van het gelaat

Très fréquent: neurotoxicité (le plus souvent neuropathie périphérique) Rare*: neuropathie motrice (avec pour conséquence une faiblesse distale mineure) Très rare*: neuropathie autonomique (résultant en un iléus paralytique et une hypotension orthostatique), épilepsies de type grand mal, convulsions, encéphalopathie, vertiges, céphalées, ataxie
Zelden*: anafylactische reacties Zeer zelden*: anafylactische shock Voedings- en stofwisselingsstoornissen Zeer zelden*: anorexia Niet bekend*: tumor lysis syndroom Psychische stoornissen Zeer zelden*: verwardheid Zenuwstelselaandoeningen Zeer vaak: neurotoxiciteit (voornamelijk : perifere neuropathie) Zelden*: motor neuropathie (met lichte distale zwakheid als gevolg)

neurotoxicité (neuropathie périphérique essentiellement) neuropathie motrice (entraînant une faiblesse distale mineure) neuropathie autonome (entraînant un iléus paralytique et une hypotension orthostatique), crises tonico-cloniques, convulsions, encéphalopathie, étourdissements, céphalées, ataxie
neurotoxiciteit (voornamelijk: perifere neuropathie) motorische neuropathie (met resulterende lichte distale zwakte) autonome neuropathie (resulterend in paralytische ileus en orthostatische hypotensie), tonisch-klonische aanvallen, convulsies, encefalopathie, duizeligheid, hoofdpijn, ataxie

Ne pas utiliser chez les chiens souffrant d’insuffisance cardiaque, d’hypotension, d’hypovolémie, de dépression respiratoire, d’hypertension, ayant des antécédents d’épilepsie, présentant une pathologie cornéenne non liée à l’âge ou chez ceux qui présentent ou sont suspectés de présenter un iléus paralytique.
Niet gebruiken bij honden met hartfalen, hypotensie, hypovolemie, dyspneu, hypertensie, een voorgeschiedenis van epilepsie, niet-leeftijdsgebonden corneale pathologie of honden die een paralytische ileus hebben of waarvan wordt vermoed dat zij dit hebben.

Affections du système nerveux : Très fréquent : neurotoxicité (principalement : neuropathie périphérique) Rare* : neuropathie motrice (avec faiblesse distale mineure consécutive) Très rare* : crises tonicocloniques, neuropathie autonome (entraînant un iléus paralytique et une hypotension orthostatique), encéphalopathie, convulsions, étourdissement, ataxie, céphalées
Zeer vaak: neurotoxiciteit (met name: perifere neuropathie) Zelden*: motore neuropathie (met resulterende geringe distale zwakte) Zeer zelden*: grand mal epilepsie, autonome neuropathie (resulterend in paralytische ileus en orthostatische hypotensie), encefalopathie, convulsies, duizeligheid, ataxie, hoofdpijn

hypotension orthostatique peu fréquent peu fréquent thrombose rare bronchite fréquent toux peu fréquent fréquent dyspnée rare pneumonie interstitielle rare pharyngite fréquent oedème pulmonaire rare suffocation peu fréquent rhinite fréquent douleurs abdominales peu fréquent fréquent fréquent constipation fréquent diarrhée peu fréquent fréquent fréquent dyspepsie peu fréquent fréquent irritation gastrique fréquent gastro-entérite fréquent météorisme fréquent nausées peu fréquent fréquent fréquent pancréatite rare iléus paralytique très rare vomissements peu fréquent peu fréquent fréquent cholécystite aiguë rare jaunisse (ictère cholestatique intrahépatique) rare
orthostatische hypotensie soms soms thrombose zelden bronchitis vaak hoesten soms vaak dyspnoe zelden Ademhalingsstelsel-, borstkas- en interstitiële pneumonie zelden mediastinum aandoeningen pharyngitis vaak longoedeem zelden ademnood soms rhinitis vaak buikpijn soms vaak vaak constipatie vaak diarrhee soms vaak vaak dyspepsie soms vaak maagirritatie vaak Maagdarmstelselaandoeningen gastro-enteritis vaak meteorisme vaak misselijkheid soms vaak vaak pancreatitis zelden paralytische ileus zeer zelden braken soms soms vaak acute cholecystitis zelden Lever- en galaandoeningen geelzucht (intrahepatische cholestatische icterus) zelden

Les symptômes associés à un surdosage des IEC peuvent comporter une vasodilatation périphérique excessive (avec hypotension marquée, choc), une bradycardie, des troubles électrolytiques, une insuffisance rénale, une arythmie cardiaque, une altération de la conscience, y compris un coma, des convulsions cérébrales, des parésies et un iléus paralytique.
De symptomen van overdosering met ACE-remmers kunnen omvatten: te sterke perifere vasodilatatie (met uitgesproken hypotensie, shock), bradycardie, elektrolytenstoornissen, nierfalen, hartritmestoornissen, bewustzijnsvermindering met inbegrip van coma, hersenconvulsies, parese en paralytische ileus.

Les symptômes associés à un surdosage des IEC peuvent comporter une vasodilatation périphérique excessive (avec hypotension marquée, collapsus), une bradycardie, des troubles électrolytiques, une insuffisance rénale, une arythmie cardiaque, des troubles de la conscience y compris un coma, des convulsions cérébrales, des parésies et un iléus paralytique.
Symptomen die geassocieerd zijn met overdosering van ACE-remmers kunnen een overdreven perifere vasodilatatie (met uitgesproken hypotensie, shock), bradycardie, elektrolytenstoornissen, nierinsufficiëntie, hartaritmie, bewustzijnsstoornissen met inbegrip van coma, cerebrale convulsies, paresen en paralytische ileus omvatten.