La Cour a par ailleurs considéré que le législateur pouvait, sans méconnaître les règles de l’égalité et de la non-discrimination, estimer que les objectifs poursuivis se concilient tant que, dans une Région déterminée, au moins 60% des médecins et praticiens de l’art dentaire n’ont pas refusé d’adhérer aux accords.
Het Hof was verder van oordeel dat de wetgever, zonder de regels van gelijkheid en niet-discriminatie te schenden, ervan kon uitgaan dat de nagestreefde doelstellingen met elkaar in overeenstemming zijn voor zover, in een bepaalde streek, ten minste 60% van de geneesheren en tandheelkundigen niet geweigerd hebben tot de akkoorden toe te treden.