Chaque facteur ou situation qui favorise la perte de liquide corporel ou la perturbation de l'équilibre électrolytique doit faire craindre pour un changement du lithémie et/ou la sensibilité vis-à-vis le lithium, p.ex. un changement de nourriture, la prise de sel, une alimentation pauvre en sodium, déshydratation, vomissements, infections, prise de natriurétiques, etc.
Elke factor of situatie die een vermindering van het lichaamsvocht of een verstoring van de elektrolyten bevordert moet doen vrezen voor een wijziging van de lithiëmie en/of de gevoeligheid voor lithium, bvb. een verandering van de voeding, natriuminname, natriumarm dieet, dehydratatie, braken, infecties, inname van natriuretica, enz.