Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «patients ayant obtenu une réponse virologique soutenue » (Français → Néerlandais) :

L'amélioration de la proportion de patients ayant obtenu une réponse virologique soutenue était constante dans tous les sous-groupes des strates de randomisation (taux plaquettaire initial (< 50 000 versus > 50 000), charge virale (< 800 000 UI/ml versus ≥ 800 000 UI/ml) et génotype (2/3 versus 1/4/6)).

Dit hogere aandeel patiënten met een SVR onder de eltrombopag-gebruikers werd bij alle randomisatiestrata-subgroepen waargenomen (baseline bloedplaatjestelling (< 50.000 vs. > 50.000), virale lading (< 800.000 IE/ml vs. ≥ 800.000 IE/ml) en genotype (2/3 vs. 1/4/6)).


données cliniques concernant la thérapie combinée avec l’interféron standard chez des patients pédiatriques (valeur prédictive négative de 96 % pour l’association interféron alpha-2b/ribavirine), les patients n’ayant obtenu aucune réponse virologique à 12 semaines ont peu de chance de présenter une réponse virologique prolong ...[+++]

Genotype 1: de aanbevolen duur van de behandeling is 1 jaar. Bij extrapolatie van klinische gegevens over een combinatietherapie met standaardintereferon bij pediatrische patiënten (negatieve voorspellende waarde 96% voor interferon alfa-2b/ribavirine) zullen patiënten die geen virologische respons behalen na 12 weken, zeer waarschijnlijk geen aanhoudende virologische respons ontwikkelen.


% de patients ayant obtenu une réponse virologique RVS globale d 21 13 23 14 19 13 Génotype de l’ARN VHC Génotype 2/3 35 25 35 24 34 25

% patiënten met een virologische respons Totaal SVR d 21 13 23 14 19 13 HCV RNA-genotype Genotype 2/3 35 25 35 24 34 25


Chez tous les patients Dans la mesure où les patients ayant des réponses virales insuffisantes ont très peu de chance d’obtenir une réponse virologique soutenue (RVS), il est recommandé d’arrêter le traitement chez les patients ayant des taux d'ARN du VHC > 1 000 UI/ml à la semaine 4 ou à la semaine 12 (se reporter au tableau 1).

Alle patiënten Aangezien het zeer onwaarschijnlijk is dat patiënten met een onvoldoende virale respons een aanhoudende virologische respons (sustained virologic response, SVR) zullen bereiken, wordt aanbevolen dat patiënten met HCV-RNA > 1.000 IE/ml in week 4 of week 12 met de behandeling stoppen (zie tabel 1).


Tableau 12 : Réponse Virologique (RV) à la semaine 12 et Réponse Virologique Prolongée (RVP) chez les patients ayant présenté une Réponse Virologique à la semaine 12, après traitement par Copegus en association avec du peginterféron alfa-2a chez des patients non-répondeurs à un précédent traitement par Peginterféron alpha-2b/Ribavirine

Week 12 Virologische Respons (VR) en Aanhoudende Virologische Respons (SVR) bij patiënten met virologische respons in week 12 na behandeling met Copegus en peginterferon alfa-2a combinatietherapie bij non-responders op peginterferon alfa- 2b plus ribavirine


De plus, les bénéfices du traitement en termes de proportion de patients obtenant une RVS (réponse virologique soutenue) par rapport au placebo étaient modestes chez ces patients (en particulier pour ceux ayant un taux initial d’albumine ≤ 35 g/l) par rapport à l’ensemble du groupe.

Bovendien waren de voordelen van de behandeling gemeten in het percentage dat SVR bereikte vergeleken met placebo gering bij deze patiënten (in het bijzonder bij diegenen met een albuminewaarde van ≤ 35g/l bij de start) vergeleken met de totale groep.


Le critère d'efficacité principal pour les deux études était une réponse virologique soutenue (RVS), définie comme le pourcentage de patients sans ARN-VHC détectable à 24 semaines après la fin de la période prévue de traitement.

Bij beide studies was het primaire werkzaamheidseindpunt de aanhoudende virologische respons (sustained virologic respons (SVR)), gedefinieerd als het aandeel patiënten bij wie 24 weken na afloop van de behandelperiode geen HCV-RNA kon worden aangetoond.


L'expérience chez les patients ayant obtenu une réponse complète après escalade de dose jusqu’à 600 mg (8 mg/kg) toutes les 8 semaines suggère qu'une dose plus forte pourrait être bénéfique chez les patients n'obtenant pas de réponse complète ou ne maintenant pas la réponse complète aux doses recommandées (dose de 150 mg ou 2 mg/kg chez les patients pesant ≥ 15 kg et ≤ 40 kg).

Ervaringen van individuele patiënten die een complete respons bereikten na doseringsverhoging tot 600 mg (8 mg/kg) iedere 8 weken, duiden erop dat een hogere dosering werkzaam kan zijn bij patiënten die geen complete respons bereiken of die geen complete respons behouden bij de aanbevolen doseringen (150 mg of 2 mg/kg bij patiënten ≥ 15 kg en ≤ 40 kg).


Parmi les patients ayant obtenu une réponse complète, 89,3 % ont maintenu la réponse sans présenter de rechute.

Van de patiënten die een volledige respons bereikten, behield 89,3% deze respons zonder terugval.


Tableau 6 Proportions de patients ayant obtenu une réponse moléculaire ≤ 0,01 % (réduction de 4 log) et ≤ 0,0032 % (réduction de 4,5 log)

Deel van de patiënten dat een moleculaire respons had van ≤0,01% (4 log reductie) en ≤0,0032% (4,5 log reductie)


w