Vertaling van "patients pour lesquels vous avez prescrit " (Frans → Nederlands) :

Cet indice est le rapport entre le nombre réel de patients pour lesquels vous avez prescrit des AH en 2002 et le nombre attendu de patients sous antihypertenseurs.
Deze index is de verhouding tussen het werkelijk aantal patiënten voor wie u antihypertensiva voorschreef en het verwachte aantal.

* Figure 3 (7) : Parmi tous les 253 patients pour lesquels vous avez prescrit un antihypertenseur en 2002, 25% (n=62) ont reçu une prescription d'inhibiteurs de l'enzyme de conversion (seuls ou en combinaison) (boxplot 7).
* Figuur 3 (7) : Van alle 406 patiënten waarvoor u in 2002 een antihypertensivum voorschreef, kreeg 16% (n=66) een voorschrift voor een ACE-inhibitor (alleen of in combinatie) (boxplot 7).

* Figure 3 : Parmi les 253 patients pour lesquels vous avez prescrit un antihypertenseur en 2002, 17% (n=43) ont reçu uniquement des prescriptions de bêtabloquants au cours de l'année 2002 (boxplot 2); 2% (n=6) avaient uniquement des bêtabloqants en combinaison avec des diurétiques thiazidés (boxplot 3).
* Figuur 3 : Van alle 406 patiënten waarvoor u in 2002 een antihypertensivum voorschreef, kreeg 15% (n=62) in de loop van 2002 enkel betablokkers voorgeschreven (boxplot 2), en 14% (n=55) enkel betablokkers in combinatie met thiazide-diuretica (boxplot 3).

* Figure 3 - boxplot (1) : Parmi les 253 patients pour lesquels vous avez prescrit des anti-hypertenseurs en 2002, 1% (n=2) ont reçu des prescriptions de diurétiques thiazidés seuls.
* Figuur 3 - boxplot (1) : Van alle 406 patiënten waarvoor u in 2002 een antihypertensivum voorschreef, kreeg 2% (n=8) ENKEL thiazide-diuretica voorgeschreven.

* Figure 3 (8) : Parmi les 253 patients pour lesquels vous avez prescrit un antihypertenseur en 2002, 19% (n=48) ont reçu une prescription de sartans (seuls ou en combinaison).
* Figuur 3 (8) : Van alle 406 patiënten waarvoor u in 2002 een antihypertensivum voorschreef, kreeg 11% (n=45) een voorschrift voor een sartaan (alleen of in combinatie).

* Figure 3 (9) : Parmi les 253 patients pour lesquels vous avez prescrit un antihypertenseur en 2002, 51% (n=129) ont reçu une prescription d'antagonistes calciques (seuls ou en combinaison) (boxplot 9).
* Figuur 3 (9) : Van alle 406 patiënten waarvoor u in 2002 een antihypertensivum voorschreef, kreeg 38% (n=154) een voorschrift voor een calciumantagonist (alleen of in combinatie) (boxplot 9).

Axe horizontal : Indice de fréquence de prescription L'axe horizontal présente un indice standardisé du nombre de patients pour lesquels vous avez prescrit des antihypertenseurs au cours de l'année 2002.
Horizontale as : index voor het aantal patiënten met een voorschrift De horizontale as geeft de gestandaardiseerde index weer voor het aantal patiënten voor wie u in de loop van 2002 antihypertensiva voorschreef.

Attention : si vous êtes un collaborateur administratif, qui encode au nom d’un ou plusieurs spécialistes, vous verrez ici tous les enregistrements pour tous les spécialistes pour lesquels vous avez déjà encodé des enregistrements.
Let op: indien u een administratief medewerker bent, die registreert in naam van één of meerdere specialisten, ziet u hier alle registraties voor alle specialisten waarvoor u werkt, staan.

(1) Le nom du patient pour lequel une intervention est enregistrée (2) Le type d’intervention, la partie du corps, la latéralité et l’étape vous rappellent dans quel scénario vous vous trouvez (3) Via le lien « Supprimer l’intervention courante », vous pouvez supprimer l’intervention que vous êtes en train d’introduire (4) Les données à introduire différentes selon le type d’intervention et l’étape dans lesquels vous vous trouvez (voir Type d’intervention) (5) Un menu vous indique dans quelle étape vous vous trouvez et dépend du type d’intervention que vous encodez.
(1) De naam van de patiënt waarvoor een ingreep geregistreerd wordt (2) Via het type van ingreep, het deel van het lichaam, de zijde en de stap weet u in welk scenario u zich bevindt (3) Via de link " Huidige ingreep verwijderen" kunt u de ingreep verwijderen die u aan het invoeren bent: (4) De in te voeren gegevens verschillen volgens het type van ingreep en de stap waarin u zich bevindt (zie Type van ingreep) (5) Een menu vertelt u in welke stap u zich bevindt en hangt af van het type van ingreep dat u invoert.

Attention, cette liste contiendra tous les patients pour lesquels vous êtes en train d’introduire une intervention et ce même si vous travaillez pour plusieurs organisations.
Let op: deze lijst zal alle patiënten bevatten waarvoor u een ingreep aan het invoeren bent, ook al werkt u voor meerdere organisaties.