Si les symptômes persistent, le patient doit être transfusé à l’aide de concentrés érythrocytaires ou de sang total à raison d’une unité à la fois, jusqu’à disparition des symptômes ; une seule unité peut suffire.
Bij symptomatische patiënten (bijvoorbeeld syncope, dyspnoe, posturale hypotensie, tachycardie) moeten kristalloïden worden gegeven om het intravasculaire volume aan te vullen. Als de symptomen aanhouden dienen de patiënten transfusie te ontvangen met erytrocytenconcentraat, of vol bloed, eenheid voor eenheid, ter verlichting van de klachten: één eenheid kan genoeg zijn.