■ Le produit de la retenue “pension” était réparti entre les organismes assureurs au prorata du nombre de pensionnés (P), de veufs-veuves (V) et d’invalides (I), nombre auquel était appliqué le taux de correction suivant : (V + I + P) x ((V + 2I + P)/TIP (2) ).
■ Het product van de inhouding “pensioen” werd onder de verzekeringsinstellingen verdeeld naar rata van het aantal gepensioneerden (G), weduwnaars-weduwen (W) en invaliden (I); op dat aantal werd het volgende correctiepercentage toegepast: (W + I + G) x ((W + 2I + G) / PUG (2) ).