Chez les personnes âgées ayant une clairance de la créatinine moyenne de 64 ml/min, l’administration d’une dose de 15 mg/kg par perfusion intraveineuse de 30 minutes entraîne une concentration sérique de 55 µg/ml à la fin de la perfusion, de 5,4 µg/ml 12 heures après la fin de la perfusion et de 1,3 µg/ml 24 heures après la fin de la perfusion.
Bij ouderen met een mediane creatinineklaring van 64 ml/min resulteert toediening van een dosis van 15 mg/kg via een continu i.v.-infuus van 30 minuten in een serumconcentratie van 55 µg/ml aan het einde van de infusie en respectievelijk 5,4 µg/ml en 1,3 µg/ml 12 en 24 uur na afloop van de infusie.