Traduction de «perfusion suivantes chlorure » (Français → Néerlandais) :

Le produit peut être dilué avec les solutions pour perfusion suivantes: chlorure de sodium à 0,9 %, glucose à 5 %, mannitol à 10 %, chlorure de potassium à 0,3 % + chlorure de sodium à 0,9 %, chlorure de potassium à 0,3 % + glucose à 5 % et lactate de Ringer pour perfusion.
Mag worden verdund met de volgende infuusoplossingen: 0,9% natriumchloride, 5% glucose, 10% mannitol, 0,3% kaliumchloride + 0,9% natriumchloride, 0,3% kaliumchloride + 5% glucose en Ringeroplossing voor infuus.

Zovirax I. V. ne sera ajouté qu'aux solutions de perfusion suivantes: Chlorure de sodium 0,45 % - 0,9 % p/v ; Chlorure de sodium (0,18 % p/v) et glucose (4 % p/v) ; Chlorure de sodium (0,45 % p/v) et glucose (2,5 % p/v) ; Lactate de sodium composé (solution de Hartmann)
Zovirax I. V. zal enkel toegevoegd worden aan de volgende infusievloeistoffen: Natriumchloride 0,45 % - 0,9 % g/v; Natriumchloride (0,18 % g/v) en glucose (4 % g/v); Natriumchloride (0,45 % g/v) en glucose (2,5 % g/v); Samengesteld Natriumlactaat (Hartmann oplossing).

Ajouté aux solutions de perfusion suivantes : chlorure de sodium 0,45 % - 0,9 % p/v chlorure de sodium (0,18 % p/v) et glucose (4 % p/v) chlorure de sodium (0,45 % p/v) et glucose (2,5 % p/v) lactate sodique composé (solution de Hartmann), Zovirax I. V. est stable entre 15 et 25°C pendant 12 heures lorsque, après dilution, la concentration reste inférieure à 0,5 % p/v.
Toegevoegd aan de volgende infusievloeistoffen: natriumchloride 0,45 % - 0,9 % g/v; natriumchloride (0,18 % g/v) en glucose (4 % g/v) ; natriumchloride (0,45 % g/v) en glucose (2,5 % g/v) ; samengesteld Natriumlactaat (Hartmann oplossing); is Zovirax I. V. stabiel tussen 15 en 25°C gedurende 12 uren wanneer de concentratie na verdunning beneden de 0,5 % g/v blijft.

Mélange avec d’autres solutions pour perfusion: Levofloxacine EG 5 mg/ml solution pour perfusion est compatible avec les solutions pour perfusion suivantes: chlorure de sodium à 9 mg/ml (0,9%) solution glucosée à 50 mg/ml (5%) solution glucosée à 35 mg/ml (2,5 %) dans une solution de Ringer
Mengen met andere oplossingen voor infusie: Levofloxacine EG 5 mg/ml oplossing voor infusie is verenigbaar met de volgende oplossingen voor infusie: natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) glucose 50 mg/ml (5%) glucose 25 mg/ml (2,5%) in Ringeroplossing

Les préparations parentérales de méthotrexate peuvent être préparées avec les solutions intraveineuses pour perfusion suivantes : chlorure de sodium à 0,9 %, glucose à 5 %, glucose à 10 % et lactate Ringer.
Parenterale methotrexaatpreparaten kunnen bereid worden met de volgende oplossingen voor intraveneuze infusie: 0,9% natriumchloride, 5% glucose, 10% glucose en ringerlactaat.

Comme diluant, on peut utiliser les solutions pour perfusion suivantes : solution de chlorure de sodium à 0,9% pour perfusion, ou solution de glucose à 5% pour perfusion, ou solution de glucose à 5% et de chlorure de sodium à 0,9% pour perfusion, ou enfin, du dextrose à 5% dans une solution de Ringer pour perfusion, pour obtenir une concentration finale de 0,3 à 1,2 mg/ml.
De volgende infuusoplossingen kunnen worden gebruikt voor verdunning: 0,9% natriumchlorideoplossing voor infusie of 5% glucoseoplossing voor infusie of 5% glucose- en 0,9% natriumchlorideoplossing voor infusie of 5% dextrose in ringeroplossing voor infusie tot een eindconcentratie van 0,3 tot 1,2 mg/ml.

Les solutions pour perfusion suivantes peuvent être utilisées pour la dilution : solution pour perfusion de chlorure de sodium à 0,9 %, solution pour perfusion de glucose à 5 %, solution pour perfusion contenant du glucose à 5% et du chlorure de sodium à 0,9 %, solution pour perfusion contenant du glucose à 5% dans une solution de Ringer, pour obtenir une concentration finale de 0,3 à 1,2 mg/ml.
De volgende oplossingen voor infusie kunnen voor verdunning worden gebruikt: 0,9% natriumchlorideoplossing voor infusie, of 5% glucoseoplossing voor infusie, of 5% glucose in 0,9% natriumchlorideoplossing voor infusie, of 5% glucose in ringeroplossing voor infusie tot een eindconcentratie van 0,3 tot 1,2 mg/ml.

Avant et suivant chaque perfusion, rincez le cathéter avec environ 5 ml de solution pour perfusion de chlorure de sodium à 9 mg/ml (0,9%) ou de solution pour perfusion de glucose à 5%.
Spoel de katheterslang voor en na elk infuus met ongeveer 5 ml natriumchlorideoplossing voor injectie 9 mg/ml (0,9%) of glucoseoplossing voor injectie (5%).