3° Pour bénéficier du financement de la formation complémentaire du personnel dans le domaine de la démence, un établissement doit notamment désigner un responsable de la prise en charge, au sein de l'institution, de la problématique de la démence et de la formation du personnel : soit le médecin coordinateur et conseiller ou l'infirmier en chef dans les maisons de repos et de soins et, dans les maisons de repos pour personnes âgées, un praticien de l'art infirmier ou un membre du personnel qualifié jouissant déjà d'une certaine expérience en la matière.
3° Om in aanmerking te komen voor de financiering van de bijkomende opleiding inzake dementie voor het personeel, moet een instelling een verantwoordelijke aanstellen voor de aanpak binnen de inrichting van de problematiek inzake dementie en voor de opleiding van het personeel: hetzij de coördinerend en raadgevend arts of de hoofdverpleegkundige in de rust- en verzorgingstehuizen, en in de rustoorden voor bejaarden een verpleegkundige of een gekwalificeerd personeelslid die op dat vlak al enige ervaring kan voorleggen.