Le tableau 4 présente les effets indésirables identifiés lors des études de prévention de l’AVC d’origine tromboe
mbolique et de l’ES chez les patients présentant une fibrillation atriale, classés par système classe organe et fréquence selon la convention suivante : très fréquent (≥ 1/10) ; fréquent (≥ 1/100 à < 1/10) ; peu fréquent (≥ 1/1000 à < 1/100) ; rare (≥ 1/10 000 à < 1/1000) ; très rare (< 1/10 000) ; fréquen
ce indéterminée (ne peut pas être évaluée à p
artir des données disponibl ...[+++]es).In tabel 4 worden bijwerkingen, die zijn vastgesteld bij onderzoek naar de preventie van CVA en syst
emische embolie bij patiënten met atriumfibrilleren, geclassificeerd naar systeemorgaanklasse (SOC) en gera
ngschikt volgens de volgende frequentie-indeling weergegeven: zeer vaak (≥ 1/10); vaak (≥ 1/100, <
1/10); soms (≥ 1/1.000, < 1/100); zelden (≥ 1/10.000, < 1/1.000); zeer zelden (< 1/10.000); niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald). Preventie van CVA en syst
emische em ...[+++]bolie bij patiënten met atriumfibrilleren