Traduction de «phlébite et thrombophlébite » (Français → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

Phlébite et thrombophlébite intracrâniennes et intrarachidiennes
intracraniale en intraspinale flebitis en tromboflebitis

Phlébite et thrombophlébite des membres inférieurs
flebitis en tromboflebitis van onderste extremiteiten

Phlébite et thrombophlébite d'autres localisations
flebitis en tromboflebitis van overige gespecificeerde lokalisaties

Phlébite et thrombophlébite de localisation non précisée
flebitis en tromboflebitis van niet-gespecificeerde lokalisatie

Phlébite et thrombophlébite d'autres vaisseaux profonds des membres inférieurs
flebitis en tromboflebitis van overige diepe venen van onderste extremiteiten

Phlébite et thrombophlébite de la veine fémorale
flebitis en tromboflebitis van vena femoralis

Phlébite et thrombophlébite
flebitis en tromboflebitis

Phlébite et thrombophlébite des veines superficielles des membres inférieurs
flebitis en tromboflebitis van oppervlakkige venen van onderste extremiteiten

Hématomyélie Infarctus aigu de la moelle épinière (embolique) (non embolique) Myélopathie nécrotique subaiguë [Foix-Alajouanine] Œdème de la moelle épinière Phlébite et thrombophlébite intrarachidiennes, d'origine non pyogène Thrombose artérielle de la moelle épinière
acute infarcering van ruggenmerg (embolisch)(niet-embolisch) | arteriële trombose van ruggenmerg | hematomyelie | niet-pyogene intraspinale-flebitis en -tromboflebitis | ruggenmergoedeem | subacute necrotische-myelopathie

Embolie | Endophlébite | Phlébite | Thrombophlébite | Thrombose | septique des sinus veineux et veines intracrâniens ou intrarachidiens
septische | flebitis | van intracraniale of intraspinale veneuze-sinussen en venen | septische | embolie | van intracraniale of intraspinale veneuze-sinussen en venen | septische | endoflebitis | van intracraniale of intraspinale veneuze-sinussen en venen | septische | tromboflebitis | van intracraniale of intraspinale veneuze-sinussen en venen | septische | trombose | van intracraniale of intraspinale veneuze-sinussen en venen |

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

troubles de la circulation incluant caillot sanguin dans la veine du foie (thrombose de la veine porte) ; thrombose veineuse profonde ; diminution de la pression artérielle (hypotension) ; augmentation de la pression artérielle ; obstruction d’un vaisseau sanguin (embolie périphérique) ; diminution du débit sanguin dans les mains, poignets ou pieds (ischémie périphérique) ; gonflement ou caillot dans une veine, pouvant être extrêmement sensible au toucher (phlébite ou thrombophlébite superficielle) ; caillot sanguin (thrombose).
problemen met de circulatie waaronder bloedprop in de ader van de lever (poortadertrombose); diepe veneuze trombose; lage bloeddruk (hypotensie); verhoogde bloeddruk; blokkade van een bloedvat (perifeer embolisme); afname van de doorbloeding in de handen, enkels en voeten (perifere ischemie); zwelling en stolling in een ader, die bij aanraking extreem gevoelig kan zijn (flebitis of oppervlakkige tromboflebitis); bloedprop (trombose).

douleur thoracique, malaise, frissons, hypersudation, asthénie, modifications de la température corporelle, fièvre, extravasation accompagnée de douleur locale, sensation de froid, légère sensation de chaleur et œdème, inflammation, nécrose tissulaire, phlébite et thrombophlébite
pijn in de borstkas, malaise, rillingen, zweten, asthenie, veranderingen van de lichaamstemperatuur, koorts, extravasatie met plaatselijke pijn, koudegevoel, licht warmtegevoel en oedeem, ontsteking, weefselnecrose, flebitis en tromboflebitis

Le risque d'inflammation de la veine avec ou sans formation de caillot sanguin (phlébite et thrombophlébite) est réduit lorsque le produit est administré conformément à la procédure recommandée.
Het volgen van de aanbevolen toedieningsprocedure vermindert het risico van aderontsteking met of zonder vorming van bloedklonters (flebitis en tromboflebitis).

Troubles généraux et anomalies au niveau du site d'administration Des réactions locales ont été observées au site d'injection après administration I. V. : Fréquentes: phlébite et thrombophlébite (2,9%) Peu fréquentes: inflammation (0,1%) Douleur et inflammation ont été observées au site d’injection après administration I. M (2,6%).
Algemene problemen en anomalieën ter hoogte van de toedieningsplaats Na i.v. toediening werden plaatselijke reacties op de injectieplaats vastgesteld: Frequent: flebitis en tromboflebitis (2,9%) Weinig frequent: ontsteking (0,1%) Na i.m. toediening werden pijn en ontsteking op de injectieplaats vastgesteld (2,6%).

Troubles des vaisseaux sanguins Fréquent : phlébite ou thrombophlébite après administration I. V.
Bloedvataandoeningen Vaak: flebitis of tromboflebitis na I. V. toediening.

Affections vasculaires Fréquent : phlébite ou thrombophlébite après administration I. V.
Bloedvataandoeningen Vaak: flebitis of tromboflebitis na I. V. toediening.

Les effets indésirables les plus fréquents sont : éosinophilie, thrombocytose, phlébite ou thrombophlébite avec l’administration intra-veineuse, diarrhée, augmentation transitoire des enzymes hépatiques, éruption maculo-papuleuse ou urticarienne, douleur et/ou inflammation après l’injection intra-musculaire, et test de Coombs positif.
De meest algemene bijwerkingen zijn eosinofilie, trombocytose, flebitis of tromboflebitis bij intraveneuze toediening, diarree, voorbijgaande verhogingen van leverenzymen, maculopapulaire of urticariële uitslag, pijn en/of ontsteking na intramusculaire injectie en positieve Coomb’s testen.

Affections vasculaires Bouffées vasomotrices Thrombose veineuse profonde Hypotension Embolie périphérique Ischémie périphérique Phlébite Thrombophlébite superficielle
Hartaandoeningen Myocardinfarct Versnelde hartslag Bloedvataandoeningen Blozen Diepveneuze trombose Hypotensie Perifere embolie Perifere ischemie Flebitis Oppervlakkige tromboflebitis