Les réductions cliniquement pertinentes des taux sériques de calcium, de phosphore et de magnésium doivent être corrigées par l'administration intraveineuse de gluconate de calcium, de phosphate de potassium ou de sodium et de sulfate de magnésium, respectivement.
Een klinisch relevante daling van de serumspiegels van calcium, fosfor en magnesium moet worden gecorrigeerd door intraveneuze toediening van respectievelijk calciumgluconaat, kalium- of natriumfosfaat en magnesiumsulfaat.