Vertaling van "plasmatique résiduelle moyenne " (Frans → Nederlands) :

Des doses de névirapine de 150 mg/m 2 deux fois par jour (après une période d’initiation de 150 mg/m 2 une fois par jour) ont conduit à une moyenne géométrique ou une concentration plasmatique résiduelle moyenne entre 4 et 6 µg/ml (comme attendu d’après les données chez l’adulte).
Een dosering van 150 mg/m 2 nevirapine tweemaal per dag (na een 14-daagse gewenningsperiode van 150 mg/m 2 éénmaal per dag) liet een geometrisch gemiddelde of gemiddelde dal-nevirapine concentratie tussen 4-6 µg/ml zien (de streefwaarden voor volwassenen).

La concentration plasmatique résiduelle moyenne à l’état d’équilibre avant la prise du matin était de 41,6 ± 24,3 µM chez les femmes et de 35,6 ± 16,7 µM chez les hommes.
De gemiddelde steady-state dalconcentratie vóór de ochtenddosering was 41,6 ± 24,3 µM bij vrouwelijke patiënten en 35,6 ± 16,7 µM bij mannelijke patiënten.

Dans quatre études distinctes (n = 9 à 12), la concentration plasmatique résiduelle moyenne allait de 2,6 à 3,4 µg/ml.
In vier afzonderlijke studies (N=9 tot 12) varieerde de gemiddelde steady state plasma dalspiegel van 2,6 tot 3,4 μg/ml.

Les moyennes géométriques des concentrations plasmatiques résiduelles pré-dose à l’état d’équilibre de Viramune à libération prolongée ont été respectivement de 3 880 ng/ml, 3 310 ng/ml et 5 350 ng/ml dans les tranches d’âge de 3 ans à < 6 ans, de 6 ans à < 12 ans et de 12 ans à < 18 ans.
In de leeftijdsgroepen 3 tot < 6 jaar, 6 tot < 12 jaar en 12 tot < 18 jaar was de geometrische gemiddelde steady-state plasmadalspiegel van Viramune met verlengde afgifte vóór toediening respectievelijk 3.880 ng/ml, 3.3310 ng/ml en 5.350 ng/ml.

La dose de 500 mg de tipranavir, co-administrée avec le ritonavir à faible dose (200 mg ; deux fois par jour), a été associé à une augmentation de 29 fois la moyenne géométrique des taux plasmatiques résiduels matinaux moyens à l'état d’équilibre, par rapport au tipranavir 500 mg deux fois par jour, sans le ritonavir.
500 mg tipranavir, gecombineerd toegediend met laag gedoseerd ritonavir (200 mg tweemaal daags), was geassocieerd met een 29-voudige toename van de geometrische gemiddelde ochtend steady-state dalspiegel vergeleken met tipranavir 500 mg tweemaal daags zonder ritonavir.

La moyenne des concentrations plasmatiques résiduelles à l’état d’équilibre, comprise entre 0,04 et 0,07 mg/l, est obtenue après 3 à 4 jours d’une prise journalière de 800 mg de télithromycine.
Gemiddelde steady-state dalspiegels tussen 0.04 en 0,07 mg/l worden binnen 3 tot 4 dagen bereikt bij een dosering van eenmaal daags 800 mg telithromycine.

Chez des patients, les moyennes des concentrations plasmatiques au pic et résiduelles à l’état d’équilibre sont de 2,9 ± 1,6 mg/l (0,02 - 7,6 mg/l) et de 0,2 ± 0,2 mg/l (0,01 - 1,29 mg/l), lors d’un traitement à la posologie de 800 mg une fois par jour.
Gemiddelde piek- en dalplasmaconcentraties bij patiënten bij steady-state waren 2,9�1,6 mg/l (bereik 0,02-7,6 mg/l) en 0,2�0,2 mg/l (bereik 0,010 tot 1,29 mg/l) tijdens een therapeutisch toedieningsschema van 800 mg eenmaal daags.