Vertaling van "plasmatiques étaient moins " (Frans → Nederlands) :

Chez des patients souffrant d’insuffisance rénale grave (créatinine sérique > 6 mg/100 ml, soit > 0,6 mmol/l), la demi-vie d’élimination de la dompéridone a été rallongée de 7,4 à 20,8 heures, mais les concentrations plasmatiques étaient moins élevées que chez les volontaires sains.
Nierfunctiestoornissen Bij patiënten met ernstige nierinsufficiëntie (serumcreatinine > 6 mg/100 ml, d.w.z. > 0.6 mmol/l) was de eliminatiehalfwaardetijd van domperidon verhoogd van 7,4 uur tot 20,8 uur, maar de plasmaspiegels van het geneesmiddel waren lager dan bij gezonde vrijwilligers.

Les patients étaient inclus s’ils avaient au moins 55 ans, avaient une fraction d'éjection ventriculaire gauche (FEVG) ≤ 30 % ou FEVG ≤ 35% en plus d’une durée de QRS de > 130 msec et, soit étaient hospitalisés 6 mois avant l’inclusion pour des raisons cardiovasculaires, soit avaient une concentration plasmatique de peptide natriurétique de type B (BNP) d’au moins 250 pg/ml, soit avaient une concentration plasmatique de N-terminal pro-BNP d’au moins 500 pg/ml chez les hommes (750 pg/ml chez les femmes).
De patiënten werden geïncludeerd als zij minstens 55 jaar oud waren, een linkerventrikelejectiefractie (LVEF) van ≤ 30% of LVEF ≤35% met een QRS-duur van > 130 msec hadden, en hetzij 6 maanden voor de inclusie gehospitaliseerd werden voor cardiovasculaire redenen , hetzij een plasmagehalte van het B-type natriuretisch peptide (BNP) van ten minste 250 pg/ml hadden, hetzij een plasmagehalte van N-terminaal pro-BNP van ten minste 500 pg/ml bij mannen (750 pg/ml bij vrouwen) hadden.

Une analyse par un modèle de régression logistique sur la valeur prédictive du génotype (ajustée aux valeurs à l'inclusion de la charge virale plasmatique ARN VIH-1 [ARNv], du taux de lymphocytes CD4+, et du nombre et de la durée des traitements antirétroviraux précédents) a montré une réponse réduite à la semaine 4 lorsqu’au moins 3 mutations associées à une résistance aux INTI étaient présentes (p = 0,015) et à la semaine 24 lorsqu’au moins 4 mutations étaient présentes (p ≤ 0,012).
Berekende regressiemodellering van de predictieve waarde van genotype (aangepast voor baseline plasma HIV-1RNA [vRNA], CD4+ cellenaantal, hoeveelheid en duur van voorgaande antiretrovirale therapieën) liet zien dat de aanwezigheid van 3 of meer NRTI resistentie-geassocieerde mutaties samenging met een verminderde respons in week 4 (p=0,015) of 4 of meer mutaties in mediaan week 24 (p�0,012).

Une analyse par un modèle de régression logistique sur la valeur prédictive du génotype (ajustée aux valeurs à l'inclusion de la charge virale plasmatique ARN VIH- 1 [ARNv], du taux de lymphocytes CD4+, et du nombre et de la durée des traitements antirétroviraux précédents) a montré une réponse réduite à la semaine 4 lorsqu’au moins 3 mutations associées à une résistance aux INTI étaient présentes (p = 0,015) et à la semaine 24 lorsqu’au moins 4 mutations étaient présentes (p ≤0,012). De plus, l'insertion en position 69 ou la mutation Q151M, habituellement associée aux mutations A62V, V75I, F77L et F116Y, entraîne un haut niveau de résistance à l'abacavir.
Berekende regressiemodellering van de predictieve waarde van genotype (aangepast voor baseline plasma HIV- 1RNA [vRNA], CD4+ cellenaantal, hoeveelheid en duur van voorgaande antiretrovirale therapieën) liet zien dat de aanwezigheid van 3 of meer NRTI resistentie-geassocieerde mutaties samenging met een verminderde respons in week 4 (p=0,015) of 4 of meer mutaties in mediaan week 24 (p�0,012).

460 adultes, dont les charges virales plasmatiques d’ARN du VIH-1 étaient inférieures à 200 c/ml au moins au cours des six derniers mois, et traités par deux inhibiteurs nucléosidiques de la transcriptase inverse et au moins un IP, ont été randomisés pour remplacer l’inhibiteur de la protéase par Viramune (155 patients), éfavirenz (156) ou abacavir (149).
In de studie werden willekeurig 460 volwassenen, die twee nucleoside reverse-transcriptase remmers namen en tenminste één PI en van wie de plasma HIV-1-RNA-waarden minimaal de zes voorafgaande maanden lager waren dan 200c/ml, aangewezen om over te gaan van de PI naar Viramune (155 patiënten), efavirenz (156 patiënten), of abacavir (149 patiënten).

Au total, 460 adultes, dont les charges virales plasmatiques d’ARN du VIH-1 étaient inférieures à 200 c/ml au cours des six derniers mois au moins, et traités par deux inhibiteurs nucléosidiques de la transcriptase inverse et au moins un IP, ont été randomisés pour remplacer leur schéma par IP par la névirapine (155 patients), l’éfavirenz (156) ou l’abacavir (149).
In die studie werden 460 volwassenen die een behandeling kregen met twee nucleosidereversetranscriptaseremmers en minstens één PI en bij wie de plasmaconcentraties van hiv-1-RNA lager waren dan 200 kopieën/ml gedurende minstens de vorige zes maanden, willekeurig overgeschakeld van de PI op nevirapine (155 patiënten), efavirenz (156) of abacavir (149).

L’analyse des patients qui ont atteint des taux de mitotane ≥ 14 mg/l au moins une fois en 6 mois par rapport aux patients dont les taux de mitotane étaient < 14 mg/l semble indiquer que les patients avec des taux plasmatiques de mitotane ≥ 14 mg/l pourraient présenter une amélioration du taux de contrôle de la maladie (62,9 % versus 33,5 % ; p< 0,0001).
De analyse van patiënten die minimaal eenmaal in de zes maanden een mitotaanspiegel ≥ 14 mg/l bereikten versus patiënten bij wie de mitotaanspiegel < 14 mg/l was, kan erop wijzen dat patiënten met een plasmaspiegel van mitotaan van ≥ 14 mg/l een beter ziektecontrole hebben (62,9% versus 33,5%; p< 0,0001).

Insuffisance rénale Chez des patients souffrant d'insuffisance rénale grave (créatinine sérique > 6 mg/100 ml, càd > 0,6 mmol/l), la demi-vie d'élimination du dompéridone est passée de 7,4 à 20,8 heures, mais les taux plasmatiques de produit actif étaient moins élevés que chez les volontaires sains.
Nierinsufficiëntie : Bij patiënten met ernstige nierinsufficiëntie (serumcreatinine > 6 mg/100 ml, d.w.z. > 0,6 mmol/l) was de eliminatiehalfwaardetijd van domperidone verhoogd van 7,4 uur tot 20,8 uur, maar de plasmaspiegels van het geneesmiddel waren lager dan bij gezonde vrijwilligers.