Epirubicin peut perturber la fonction cardiaque en commençant par modifier l’ECG (tracé du cœur), puis en provoquant une insuffisance cardiaque congestive (parfois plusieurs semaines après l’arrêt du traitement) (essoufflement, présence de liquide dans les poumons et l’abdomen, gonflement des chevilles et modifications du rythme cardiaque).
Uw arts zal u regelmatig bloedtests laten ondergaan om die effecten op te volgen. Epirubicine kan uw hartfunctie aantasten en in een vroeg stadium al zorgen voor veranderingen op het ecg (hartopvolging) en in een laat stadium (mogelijk pas enkele weken na de stopzetting van de behandeling) voor congestief hartfalen (met kortademigheid, vocht in de longen en de buikstreek, opgezwollen enkels en veranderingen in het hartritme).