Si le syndrome de Guillain-Barré ou une névrite brachiale se sont manifestés après la réception d’un vaccin antérieur contenant de l’anatoxine tétanique, la décision d’administrer un vaccin contenant de l’anatoxine tétanique doit reposer sur la considération réfléchie des bienfaits potentiels et des risques possibles.
Indien naar aanleiding van een eerdere toediening van een vaccin met tetanus-anatoxines het syndroom van Guillain-Barré of brachiale neuritis is opgetreden, moet het besluit om een vaccin met tetanus-anatoxines toe te dienen, genomen worden op basis van een zorgvuldige afweging van de potentiële voordelen en mogelijke risico’s.