Vertaling van "possède en effet une activité phyto-œstrogénique " (Frans → Nederlands) :

Le soja possède en effet une activité phyto-œstrogénique, comparable à celle des hormones œstrogènes féminines.
Soja bezit een fyto-oestrogene activiteit die vergelijkbaar is met de vrouwelijke oestrogeenhormonen.

Il ne possède qu’une faible activité inhibitrice des récepteurs dopaminergiques D 1 , D 2 , D 3 et D 5 , mais il exerce une activité importante sur le récepteur D4 en plus de ses puissants effets anti-alpha-adrénergiques, anticholinergiques, antihistaminiques et inhibiteurs des réactions de réveil.
Het heeft maar een zwakke dopaminereceptorblokkerende werking op de D 1 -, D 2 -, D 3 - en D 5 -receptoren, maar is zeer actief op de D 4 -receptor.

L'effet contraceptif de Trinovum consiste essentiellement en l'inhibition de l'ovulation, par le biais du mécanisme de suppression de la sécrétion des gonadotrophines (FSH et LH), suite à l'activité œstrogénique et progestative exercée par les deux composants.
Het anticonceptief effect van Trinovum berust essentieel op inhibitie van de ovulatie, via het mechanisme van suppressie van de gonadotropinesecretie (FSH-LH) ten gevolge van de oestrogene en progestagene activiteit van de twee componenten.

L'effet contraceptif d'Ovysmen consiste essentiellement en l'inhibition de l'ovulation, par le biais du mécanisme de suppression de la sécrétion des gonadotrophines (FSH et LH), suite à l'activité œstrogénique et progestative exercée par les deux composants.
Het anticonceptief effect van Ovysmen berust essentieel op inhibitie van de ovulatie, via het mechanisme van suppressie van gonadotropinesecretie (FSH-LH) ten gevolge van de oestrogene en progestagene activiteit uitgeoefend door de twee componenten.

L'effet contraceptif de Cilest repose essentiellement sur l'inhibition de l'ovulation, par le biais du mécanisme de suppression de la sécrétion des gonadotrophines (FSH -LH), suite à l'activité œstrogénique et progestative exercée par les deux composants.
Het anticonceptief effect van Cilest berust essentieel op inhibitie van de ovulatie, via het mechanisme van suppressie van gonadotropinesecretie (FSH-LH) ten gevolge van de oestrogene en progestagene activiteit uitgeoefend door de twee componenten.

Les données non cliniques issues des études conventionnelles de toxicologie en administration répétée, génotoxicité et cancérogénèse ont révélé des effets œstrogéniques liés à l’activité pharmacologique de la molécule.
De preklinische gegevens afkomstig van conventioneel onderzoek op het gebied van toxiciteit bij herhaalde dosering, genotoxiciteit en carcinogeen potentieel, toonden oestrogene effecten in verband met de farmacologische activiteit van de molecule.

L’utilisation concomitante d’antalgiques morphiniques agonistes/antagonistes partiels (exemples : buprénorphine, nalbuphine, pentazocine) n’est pas recommandée. En effet, ils possèdent une forte affinité pour les récepteurs morphiniques avec une activité intrinsèque relativement faible et donc antagonisent partiellement l’effet analgésique du fentanyl pouvant ainsi induire un syndrome de sevrage chez les patients dépendants aux opioïdes.
Het gelijktijdig gebruik met partiële opiaat agonisten/antagonisten (bijv. buprenorfine, nalbufine, pentazocine) wordt niet aanbevolen.Deze stoffen hebben een hoge affiniteit voor opiaatreceptoren met een relatief lage intrinsieke activiteit waardoor ten dele het analgetisch effect van fentanyl geantagoneerd wordt en dat kan leiden tot ontwenningsverschijnselen in opiaat afhankelijke patiënten.

En effet, ceux-ci possèdent une forte affinité pour les récepteurs morphiniques, avec une activité intrinsèque relativement faible ; ils antagonisent donc partiellement l’effet analgésique du fentanyl et peuvent entraîner des symptômes de sevrage chez les patients morphinodépendants.
Ze hebben een hoge affiniteit voor opioïdreceptoren met relatief lage intrinsieke activiteit en daarom werken ze gedeeltelijk het pijnstillend effect van fentanyl tegen, en kunnen ze ontwenningsverschijnselen veroorzaken bij opioïdverslaafde patiënten.

7.8.4.2. Activité biocide Le glycérol possède un effet antimicrobien limité (van Baare et al., 1998; De Backere, 1994).
7.8.4.2 157Biocidale activiteit Glycerol heeft beperkte antimicrobiële effecten (van Baare et al., 1998; De Backere, 1994).