Par contre, la biodisponibilité du zinc alimentaire varie en fonction de la nature des aliments, en raison d’interactions potentiellement défavorables avec certaines protéines (principalement d’origine végétale), les phytates et d’autres minéraux tels le cuivre, le calcium et le fer; des interactions favorables se produisent en présence de protéines animales (dans la viande notamment) et de certains ligands de faible masse moléculaire (acides aminés tels histidine, méthionine, cystéine ou acides organiques) (Lönnerdal, 2000).
De biologische beschikbaarheid van het zink in de voeding varieert in functie van de aard van de voedingsmiddelen,
vooral omwille van potentieel ongunstige interacties met bepaalde eiwitten (voornamelijk van plantaardige oorsprong), met fytaten en met andere mineralen zoals koper, calcium
en ijzer; gunstige interacties voor de inname van zink doen zich voor in aanwezigheid van dierlijke eiwitten (o.a. in vlees) en van bepaalde liganden met een lage moleculaire massa (aminozuren zoals histidine, methionine, cysteïne of organische zure
...[+++]n) (Lönnerdal, 2000).