Traduction de «poumons humains » (Français → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

entérovirus humain entérovirus non humain 71
humaan enterovirus uitgezonderd humaan enterovirus 71

pneumonie | inflammation des poumons liée à une infection
pneumonie | longontsteking

pneumopathie | affection du poumon
pneumopathie | longziekte

hypoventilation | diminution de la ventilation des poumons
hypoventilatie | tekortschietende ademhaling

cardiopulmonaire | qui se rapporte au coeur et aux poumons
cardiopulmonaal | cardiopulmonair | met betrekking tot hart en longen

cardiorespiratoire | qui se rapporte au coeur et à la fonction respiratoire des poumons
cardiorespiratoir | met betrekking tot hart en ademhaling

fibrose du poumon due à la bauxite
bauxietfibrose van long

fuite d'air du poumon
air leak van long

maladie du poumon
aandoening van long

base du poumon
basis van long

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Les rapports expérimentaux concernant l’EVLP pour les poumons humains ont suivi (Egan et al., 2006 ; Neyrinck A et al., 2004; Wierup et al., 2006; ).
Daarop volgden experimentele studies i.v.m. EVLP voor humane longen (Egan et al., 2006 ; Neyrinck A et al., 2004; Wierup et al., 2006).

Une expérience de taille moindre sur des poumons humains a été rapportée par le groupe de Harefield (Zych et al., 2010).
De Harefield-groep heeft verslag uitgebracht over een kleinschaliger experiment met humane longen (Zych et al., 2010).

Jusqu’à présent, 20 poumons humains provenant de donneurs non standard (DBD ou NHBD) ont été placés dans un circuit ex vivo (Toronto XVivo™ system) (Figure 3) et perfusés de manière normothermique au moyen de la Steen Solution ® durant 2 à 4 heures avant réévaluation physiologique.
Tot nu toe werden 20 humane longen afkomstig van niet-standaard donoren (DBD- of NHBD-donoren) in een ex-vivo circuit geplaatst (Toronto XVivo™ system) (figuur 3) en normothermisch doorspoeld met de Steen Solution ® gedurende 2 tot 4 uren alvorens deze opnieuw fysiologisch werden beoordeeld.

L’OPG-Fc a réduit des lésions ostéolytiques, ostéoblastiques et ostéolytiques/ostéoblastiques, a retardé la formation de métastases osseuses de novo et a réduit la croissance de tumeurs osseuses dans des modèles murins de métastases osseuses de cancers humains du sein positifs ou négatifs pour les récepteurs aux estrogènes, de la prostate ou du poumon non à petites cellules.
In botmetastasemodellen van oestrogeenreceptorpositieve en -negatieve humane borstkanker, prostaatkanker en niet-kleincellig longcarcinoom bij muizen verminderde OPG-Fc osteolytische, osteoblastische en osteolytische/osteoblastische laesies, vertraagde het de vorming van de novo botmetastasen en verminderde het de groei van tumoren in het skelet.

Des études expérimentales réalisées sur des cultures cellulaires ont montré que l’épirubicine pénètre rapidement dans la cellule et se retrouve dans le noyau, où elle inhibe la synthèse de l’acide nucléique et la mitose. L’activité de l’épirubicine a été établie sur de nombreuses tumeurs expérimentales, notamment les leucémies L1210 et P388, le sarcome SA 180 (forme solide et ascitique), le mélanome B16, le carcinome du sein, le carcinome pulmonaire de Lewis et le carcinome du côlon 38 ; de plus, un effet a aussi été démontré sur des tumeurs humaines transplantées chez des souris athymiques nude (mélanome et carcinome du sein, du poumon, de la prostate et de l’ovaire).
De activiteit van epirubicine werd bepaald op vele experimentele tumoren, waaronder leukemieën L1210 en P388, sarcoom SA 180 (solide en ascetische vorm), B16 melanoom, borstcarcinoom, longcarcinoom van Lewis en coloncarcinoom 38; bovendien werd er ook een effect aangetoond op menselijke tumoren die getransplanteerd werden in naakte muizen zonder thymus (melanoom en borst-, long-, prostaat- en ovariumcarcinoom).

Les principaux organes cibles ont été le système lymphoïde (lymphopénie et atrophie lymphoïde), les poumons (augmentation du poids, hypertrophie du muscle lisse à la jonction bronchiolo-alvéolaire) et le cœur (effet chronotrope négatif, augmentation de la pression artérielle, anomalies périvasculaires et dégénérescence myocardique) chez plusieurs espèces, les vaisseaux sanguins (vasculopathie) chez le rat seulement dans une étude de 2 ans à des doses de 0,15 mg/kg et plus représentant environ 4 fois l’exposition systémique humaine (ASC) à la dose quotidienne de 0,5 mg.
De belangrijkste doelorganen waren het lymfoïde systeem (lymfopenie en lymfoïde atrofie), longen (toegenomen gewicht, gladde spierhypertrofie bij de bronchoalveolaire splitsing) en hart (negatief chronotroop effect, toename in bloeddruk, perivasculaire veranderingen en myocarddegeneratie) in diverse soorten; bloedvaten (vasculopathie) uitsluitend bij ratten bij doses van 0,15 mg/kg en hoger in een 2-jaars studie, wat ongeveer het 4-voudige betekent gebaseerd op een humaan systemische blootstelling (AUC) bij een dagelijkse dosis van 0,5 mg.

Le docosanol et l’acide docosanoïque sont tous deux des composants endogènes des membranes cellulaires chez l’humain, en particulier des érythrocytes, du cerveau, de la gaine de myéline, du poumon et du rein.
Zowel docosanol als docosanoinezuur zijn endogene bestanddelen van menselijk celmembraan, met name in erytrocyten, de hersenen, myelineschede (van zenuwen), longen en nieren.

In vivo, le pazopanib a inhibé la phosphorylation du VEGFR2 induite par le VEGF dans les poumons de souris, l'angiogénèse de plusieurs modèles animaux, et la croissance de multiples greffes tumorales humaines chez la souris.
In vivo remde pazopanib VEGF-geïnduceerde VEGFR-2 fosforylering in muizenlongen, angiogenese in verschillende dierenmodellen en de groei van multipele humane tumorxenograften bij muizen.

- lorsque les poumons sont destinés à la consommation humaine, des incisions longitudinales et transversales doivent être effectuées.
- wanneer de longen voor menselijke consumptie bestemd zijn dienen overlangse en dwarse sneden in de longen te worden aangebracht.

C’est même la « pollution » humaine qui a probablement le plus d’impact sur notre santé. En France, il causerait chaque année, chez des non-fumeurs, entre 3 000 et 5 000 décès (surtout suite à des maladies cardiovasculaires) et 100 à 200 cancers du poumon.
In Frankrijk sterven jaarlijks ongeveer 3 000 tot 5 000 mensen door passief roken, voornamelijk door hart- en vaatziekten.