Après deux ans de traitement par alendronate 10 mg/jour, la DMO a augmenté en moyenne de 5,3 % pour le rachis, de 2,6 % pour le col de fémur, de 3,1 % pour le trochanter et de 1,6 % pour l’ensemble du squelette, par rapport au placebo (p < 0,001 pour tous les critères).
Na twee jaar behandeling met alendronaat 10 mg/dag verhoogde de BMD gemiddeld met 5,3 % voor de wervelkolom, 2,6 % voor de femurhals, 3,1 % voor de trochanter en 1,6 % voor het volledige skelet, in vergelijking met placebo (p< 0,001 voor alle p-waarden).