4. Le médecin n'ayant pas participé à une décision d'accepter de pratiquer ou non une fécondation artificielle chez une femme homosexuelle désireuse d'élever un enfant dans un milieu homosexuel exclusif, ne peut être mis en situation de devoir participer à des prestations qui heurtent ses convictions personnelles et ceci uniquement en raison d'une organisation de service.
4. Aangezien de arts waarop een beroep gedaan wordt niet deelnam aan een beslissing al dan niet een kunstmatige bevruchting uit te voeren bij een homoseksuele vrouw die de wens heeft een kind op te voeden in een uitsluitend homoseksuele omgeving, kan hij niet in de situatie geplaatst worden te moeten deelnemen aan verrichtingen die in strijd zijn met zijn persoonlijke opvattingen en dit enkel wegens de organisatie van de dienst.