Traduction de «probabilité estimée de survie » (Français → Néerlandais) :

La probabilité estimée de survie à 2 ans ou plus (26 % vs 10 %) est plus importante pour le bras radiothérapie + TMZ.
De geschatte kans op overleving van 2 jaar of meer (26 % vs. 10 %), is hoger voor de RT + TMZ-arm.

La probabilité estimée de survie à 2 ans ou plus (26 % vs 10 %) est plus importante pour le bras RT + TMZ.
De geschatte kans op overleving van 2 jaar of meer (26 % vs 10 %), is hoger voor de RT + TMZ-arm.

Survie sans maladie a 575 (18,4) 651 (20,9) 424 (16,2) 497 (19,1) Ratio des probabilités 0,87 0,83 IC à 95% bilatéral 0,78 à 0,97 0,73 à 0,94 Valeur de p 0,0127 0,0049 Survie sans récidive à 500 (16,0) 530 (17,0) 370 (14,1) 394 (15,2) distance b Ratio des probabilités 0,94 0,93 IC à 95% bilatéral 0,83 to 1,06 0,80 to 1,07 Valeur de p 0,2850 0,2838 Délai de survenue 402 (12,9) 498 (16,0) 282 (10,8) 370 (14,2) d’une récidive c Ratio des probabilités 0,79 0,74 IC à 95% bilatéral 0,70 à 0,90 0,64 à 0,87 Valeur de p 0,0005 0,0002 Délai de survenue 324 (10,4) 375 (12,0) 226 (8,6) 265 (10,2)
Hazard ratio 0,94 0,93 2-zijdige 95% BI 0,83 tot 1,06 0,80 tot 1,07 p-waarde 0,2850 0,2838 Duur tot recidief c 402 (12,9) 498 (16,0) 282 (10,8) 370 (14,2) Hazard ratio 0,79 0,74 2-zijdige 95% BI 0,70 tot 0,90 0,64 tot 0,87 p-waarde 0,0005 0,0002 Duur tot terugval op 324 (10,4) 375 (12,0) 226 (8,6) 265 (10,2) lange termijn d Hazard ratio 0,86 0,84 2-zijdige 95% BI 0,74 tot 0,99 0,70 tot 1,00 p-waarde 0,0427 0,0559

Nous l'examinons de plus près: La probabilité ou la probabilité a priori chez un jeune homme de 24 ans souffrant de fièvre et de maux de gorge est estimée à 1 %.
We bekijken dit even nader: Het vermoeden of de voorkans bij een jongeman van 24 jaar met koorts en keelpijn wordt geschat op 1 %.

Ratio des probabilités 0,86 0,84 IC à 95% bilatéral 0,74 à 0,99 0,70 à 1,00 Valeur de p 0,0427 0,0559 Cancer du sein 35 (1,1) 59 (1,9) 26 (1,0) 54 (2,1) controlatéral Odds ratio 0,59 0,47 IC à 95% bilatéral 0,39 to 0,89 0,30 to 0,76 Valeur de p 0,0131 0,0018 Survie globale 411 (13,2) 420 (13,5) 296 (11,3) 301 (11,6) Ratio des probabilités 0,97 0,97 IC à 95% bilatéral 0,85 à 1,12 0,83 à 1,14 Valeur de p 0,7142 0,7339
Contralaterale borst 35 (1,1) 59 (1,9) 26 (1,0) 54 (2,1) primair Odds-ratio 0,59 0,47 2-zijdige 95% BI 0,39 tot 0,89 0,30 tot 0,76 p-waarde 0,0131 0,0018 Algemene overleving 411 (13,2) 420 (13,5) 296 (11,3) 301 (11,6) Hazard-ratio 0,97 0,97 2-zijdige 95% BI 0,85 tot 1,12 0,83 tot 1,14 p-waarde 0,7142 0,7339

Abscisse = Temps (Mois), ordonnée = Probabilité de survie sans progression (%) ; ── Sutent (N=86) Médiane 11,4 mois ------ Placebo (N=85) Médiane 5,5 mois; Hazard Ratio = 0,42 95 % IC (0,26 – 0,66) p = 0,0001 Nombre de sujets à risque Les données de survie globale n’étaient pas matures au moment de l’analyse.
X as = Tijd (Maanden); Y as = Progressievrije overlevingsprobabiliteit (%); ── Sutent (N=86) Mediaan 11.4 maanden ------ Placebo (N=85) Mediaan 5.5 maanden; Hazard Ratio = 0,42 95% CI (0,26 – 0,66) p = 0,0001 Number of subjects at risk: Aantal patiënten die een risico lopen

La survie à 1, 2 et 3 ans des patients qui à l’inclusion étaient en classe fonctionnelle OMS II a été respectivement de 99 %, 91 % et 84 %, et pour les patients de la classe fonctionnelle OMS III à l’inclusion, la survie estimée était respectivement 94 %, 90 % et 81 %.
De overleving voor patiënten in WHO functionele klasse II op baseline was voor 1, 2 en 3 jaar respectievelijk 99%, 91% en 84%, en voor patiënten in WHO functionele klasse III op baseline respectievelijk 94%, 90% en 81%.

Effets sur la survie générale Par comparaison aux contrôles historiques, on peut constater que le traitement par la nitisinone, associé à un régime alimentaire restreint, donne une meilleure probabilité de survie dans tous les phénotypes de la HT-1.
Effecten op algehele kans op overleving Vergeleken met gegevens voor historische cohorten, kan worden geconstateerd dat behandeling met nitisinone samen met dieetbeperking resulteert in een betere waarschijnlijke overlevingskans in alle HT-1 fenotypes.

Basé sur la méthode de Kaplan-Meier, la probabilité de survie à J 100 après randomisation, était significativement supérieure pour les patients traités par le posaconazole ; ce bénéfice de survie a été démontré en prenant en compte dans l’analyse toutes les causes du décès (p = 0,0354) ou les décès liés aux IFIs (p = 0,0209).
Op basis van Kaplan-Meierschattingen was de kans op overleving tot dag 100 na randomisering significant hoger voor posaconazolrecipiënten; dit overlevingsvoordeel werd aangetoond wanneer de analyse zowel alle doodsoorzaken (P= 0,0354) als invasieve schimmelinfectiegerelateerde sterftegevallen (P= 0,0209) in aanmerking nam.

Plusieurs patients ont eu des démangeaisons et/ou une diarrhée; cependant, la probabilité que cela se produise n’est pas connue (la fréquence ne peut être estimée sur la base des données disponibles).
Verscheidene patiënten hebben last gekregen van jeuk en/of diarree, maar het is niet bekend hoe groot de kans hierop is (de frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald).