Traduction de «produits plus souvent avec les posologies plus élevées » (Français → Néerlandais) :

Ces effets se sont produits plus souvent avec les posologies plus élevées de zidovudine (1200 à 1500 mg/jour) et chez les patients présentant une maladie à VIH à un stade avancé (en particulier lorsqu’il y a une mauvaise réserve médullaire avant le traitement), et plus particulièrement chez les patients présentant des nombres de cellules CD4 inférieurs à 100/mm³ (voir rubrique 4.4).
Deze bijwerkingen zijn vaker opgetreden met hogere doseringen (1.200-1.500 mg/dag) en bij patiënten met een gevorderde hiv-ziekte (vooral als de beenmergreserve voor behandeling al zwak was) en vooral bij patiënten met < 100 CD4-cellen/mm 3 (zie rubriek 4.4).

Ces effets se sont produits plus souvent avec les posologies plus élevées de zidovudine (1200 à 1500 mg/jour) et chez les patients présentant une mauvaise réserve médullaire avant le traitement, en particulier chez les patients à un stade avancé de l’infection à VIH.
Deze traden vaker op met hogere doseringen van zidovudine (1.200-1.500 mg/dag) en bij patiënten met een slechte beenmergreserve vóór behandeling, vooral met een gevorderde hiv-ziekte.

Patients immunodéprimés Chez les patients atteints du SIDA et chez les autres patients immunodéprimés ayant pris des posologies plus élevées de clarithromycine pendant une longue durée en raison d’infections mycobactériennes, il était souvent difficile de distinguer les effets indésirables éventuels associés à l’administration de clarithromycine des signes de l’infection à VIH (virus de l’immunodéficience humaine) ou d’une maladie concomitante.
Immunogecompromitteerde patiënten Bij aidspatiënten en andere immunogecompromitteerde patiënten die hogere doseringen van claritromycine gedurende lange tijd innamen wegens mycobacteriële infecties, was het vaak moeilijk om mogelijke bijwerkingen van toediening van claritromycine te onderscheiden van de tekenen van de hiv-ziekte (human immunodeficiency virus) of een bijkomende ziekte.

Pour des raisons méthodologiques, il est pourtant très difficile d’évaluer l’ampleur du problème. On constate cependant que la fréquence des comportements hors-normes est la plus élevée vers 15-16 ans, et qu’il s’agit le plus souvent de garçons. L’agression physique se produit le plus souvent entre élèves, et à l’extérieur de l’école.
Om methodologische redenen is het nochtans zeer moeilijk om de omvang van het probleem in te schatten: men stelt vast dat de frequentie van het gedrag tegen de normen rond 15-16 jaar het hoogst ligt, dat het meestal om jongens gaat, dat de fysieke agressie zich meestal tussen leerlingen en buiten de school afspeelt.

Les types d’aliments le plus souvent impliqués sont les conserves de légumes ou de viandes, les produits de la mer, mais aussi les produits laitiers, plus spécialement les préparations de fromage fondu dont le pH est supérieur à 5, surtout ceux qui ont des teneurs élevées en humidité (ces aliments pasteurisés peuvent représenter des milieux de culture anaérobies idéaux pour la bactérie) (Répertoire des microorganismes pathogènes transmis par les aliments, 1995).
De levensmiddelen die hierbij het vaakst zijn betrokken, zijn groenten- of vleesconserven, vis en visserijproducten, maar ook zuivelproducten, meer in het bijzonder smeerkaasbereidingen met een pH van meer dan 5, vooral die met een hoog vochtgehalte (dergelijke gepasteuriseerde bereidingen kunnen voor de bacterie ideale anaërobe kweekbodems zijn) (Répertoire des microorganismes pathogènes transmis par les aliments, 1995).