Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "proportion de patients cstage ii-iii ayant " (Frans → Nederlands) :

1 6 Proportion de patients cStage II-III ayant reçu un traitement néoadjuvant sous la forme d’une radiothérapie

1 6 Proportie cStadium II-III patiënten die neoadjuvante


Résistance croisée : Activité des autres inhibiteurs de protéase contre les isolats ayant développé une augmentation de la résistance au lopinavir après un traitrement par Kaletra chez les patients prétraités par un IP : la présence d'une résistance croisée à d'autres inhibiteurs de protéase a été analysée dans 18 cas de rebond virologique ayant développé une résistance au lopinavir au cours de 3 études de phase II et d'une étude de phase III de Kaletra chez des patients prétraités par un inhibiteur de protéase.

Kruisresistentie: Activiteit van andere proteaseremmers tegen isolaten die oplopende resistentie tegen lopinavir ontwikkelden na Kaletrabehandeling bij proteaseremmer-ervaren patiënten: De aanwezigheid van kruisresistentie tegen andere proteaseremmers werd geanalyseerd in 18 reboundisolaten waarvan ontwikkeling van resistentie tegen lopinavir was aangetoond tijdens drie fase II en één fase III studies van Kaletra bij proteaseremmer-ervaren patiënten.


Réponse ACR Le tableau 3 donne le pourcentage de patients traités par abatacept ayant atteint des réponses ACR 20, 50 et 70 dans l'étude II (patients présentant une réponse inadéquate au méthotrexate), dans l'étude III (patients présentant une réponse inadéquate à un inhibiteur du TNF) et l'étude VI (patients naïfs de traitement par méthotrexate).

ACR-respons Het percentage met abatacept behandelde patiënten die een ACR 20-, 50- en 70-respons bereiken in onderzoek II (patiënten met een ontoereikende respons op methotrexaat), onderzoek III (patiënten met een ontoereikende respons op een TNF-remmer) en onderzoek VI (methotrexaatnaïeve patiënten), wordt getoond in Tabel.


C' est le cas par exemple des patients atteints d' une insuffisance cardiaque très grave (classe IV): la plupart des patients inclus dans l' étude CIBIS-II étaient atteints d' une insuffisance cardiaque de classe III. Des données au sujet de patients avec un dysfonctionnement diastolique, un dysfonctionnement ventriculaire gauche asymptomatique ou ayant eu un infarctus du myocarde récent font aussi défaut.

Zo is er geen overtuigende evidentie bij patiënten met zeer ernstig hartfalen (klasse IV): in de CIBIS-II studie ging het meestal om patiënten uit NYHA-klasse III. Evidentie ontbreekt ook bij patiënten met asymptomatische linkerventrikeldisfunctie, patiënten met diastolische disfunctie, en patiënten met recent myocardinfarct.


Étude 3 : étude chez des patients atteints de mucoviscidose et porteurs de la mutation CFTR-F508del L’étude 3 (partie A) était une étude de phase II de 16 semaines, randomisée dans les proportions de 4/1, conduite en double insu, contrôlée contre placebo, sur des groupes parallèles de l’ivacaftor (150 mg toutes les 12 heures) chez 140 patients atteints de mucoviscidose, âgés de 12 ans et plus, homozygotes pour la mutation F508del du gène CFTR et ayant un VEMS ≥ ...[+++]

Onderzoek 3: onderzoek bij patiënten met CF met de F508del-mutatie in het CFTR-gen Onderzoek 3 (Deel A) was een 16 weken durend, 4:1 gerandomiseerd, dubbelblind, placebogecontroleerd, parallelgroep fase 2-onderzoek van ivacaftor (150 mg elke 12 uur) bij 140 patiënten met CF van 12 jaar en ouder die homozygoot waren voor de F508del-mutatie in het CFTR-gen en bij wie FEV 1 ≥40% was voorspeld.


Le profil de sécurité global de Revlimid chez les patients présentant un syndrome myélodysplasique est issu des données de 286 patients au total ayant participé à une étude de phase II et à une étude de phase III (voir la rubrique 5.1).

Het totale veiligheidsprofiel van Revlimid bij patiënten met een myelodysplastisch syndroom is gebaseerd op gegevens van in totaal 286 patiënten uit één fase II- en één fase III-onderzoek (zie rubriek 5.1).


i : Données belges les plus récentes. Les données de l'OCDE les plus récentes pour la Belgique datent de 2007 ; ii 72% des personnes décédées à leur domicile ont eu un contact avec leur médecin généraliste durant leur dernière semaine de vie (données nationales indisponibles, chiffres tirés d'une seule étude des Mutualités Chrétiennes) ; iii L'indice UPC (Usual Provider of Care) est la proportion des contacts avec le médecin généraliste habituel d'un patient.

72% van de personen die thuis overlijden hebben een huisarts gezien tijdens de laatste levensweek (geen nationale gegevens, waarden gebaseerd op één enkele studie van het Christelijk Ziekenfonds). iii UPC, de Usual Provider of Care index, is het percentage contacten met de eigen huisarts van een patiënt; 1 wijst erop dat de patiënt altijd dezelfde huisarts zag; de indicator vertegenwoordigtt het percentage patiënten met een UPC van minstens 0,75; d.w.z. die minstens 3 contacten op 4 hadden met hun eigen huisarts.


Les concentrations plasmatiques d'eltrombopag en fonction du temps, recueillies chez 590 patients ayant une infection par le VHC inclus dans les études de phase III TPL103922/ENABLE 1 et TPL108390/ENABLE 2 ont été combinées avec les données provenant de patients atteints de VHC inclus dans l’étude de phase II TPL102357 et des sujets sains adultes dans une analyse pharmacocinétique de population.

Plasmaconcentratie-tijdgegevens van eltrombopag, afkomstig van 590 proefpersonen met een HCVinfectie die deelnamen aan de fase III-studies TPL103922/ENABLE 1 en TPL108390/ENABLE 2, werden gecombineerd met de gegevens van patiënten met een HCV-infectie die deelnamen aan de fase II-studie TPL102357 en met de gegevens van gezonde volwassen vrijwilligers in een populatie PK-analyse.


Pour les patients ASA II et III, ces tests doivent être envisagés en cas de signes dÊappel tels quÊune maladie cardio-vasculaire ou rénale 2 , et en cas de prise de certains médicaments ayant une influence sur la fonction rénale ou les ions, dont la digoxine, les laxatifs et les diurétiques.

Voor de ASA II en III patiënten moeten deze tests overwogen worden bij een cardiovasculaire ziekte of nierziekte 2 en het nemen van bepaalde geneesmiddelen met mogelijke invloed op nierfunctie of ionen, waaronder digoxine, laxativa en diuretica.


Lors des études de phase III contrôlées et des études non contrôlées, notamment une étude de phase II sur l’administration de Mozobil en monothérapie pour la mobilisation des cellules souches hématopoïétiques, les effets indésirables observés chez les patients atteints de lymphome ou de myélome multiple, et ayant reçu Mozobil, sont identiques.

Bij patiënten met een lymfoom of multipel myeloom die met Mozobil werden behandeld in het kader van de gecontroleerde fase III-onderzoeken en ongecontroleerde onderzoeken, waaronder een fase II-onderzoek naar Mozobil als monotherapie voor de mobilisatie van hematopoëtische stamcellen, traden vergelijkbare bijwerkingen op.




datacenter (12): www.wordscope.be (v4.0.br)

proportion de patients cstage ii-iii ayant ->

Date index: 2024-05-16
w