Vertaling van "proportions étaient " (Frans → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

Définition: Trouble caractérisé par une altération significative des modes de comportement qui étaient habituels au sujet avant la survenue de la maladie; les perturbations concernent, en particulier, l'expression des émotions, des besoins et des pulsions. Le tableau clinique peut, par ailleurs, comporter une altération des fonctions cognitives, de la pensée, et de la sexualité. | Personnalité pseudopsychopathique organique Pseudodébilité organique Psychosyndrome de l'épilepsie du système limbique Syndrome (des):frontal | lobotomisés | post-leucotomie
Omschrijving: Een stoornis die wordt gekenmerkt door een belangrijke verandering van het gebruikelijke premorbide-gedrag van de betrokkene, waarbij de uiting van emoties, behoeften en impulsen is betrokken. Stoornis van cognitieve functies en denkfuncties en veranderde seksualiteit kunnen eveneens deel uitmaken van het klinische beeld. | Neventerm: | frontalekwabsyndroom | limbisch-epileptische persoonlijkheidssyndroom | lobotomiesyndroom | organisch-pseudogeretardeerde persoonlijkheid | organisch-pseudopsychopathische persoonlijkheid | postleukotomiesyndroom

Définition: Présence d'une élévation de l'humeur hors de proportion avec la situation du sujet, pouvant aller d'une jovialité insouciante à une agitation pratiquement incontrôlable. Cette élation s'accompagne d'une augmentation d'énergie, entraînant une hyperactivité, un désir de parler, et une réduction du besoin de sommeil. L'attention ne peut être soutenue et il existe souvent une distractibilité importante. Le sujet présente souvent une augmentation de l'estime de soi avec idées de grandeur et surestimation de ses capacités. La levée des inhibitions sociales normales peut entraîner des conduites imprudentes, déraisonnables, inappropriées ou déplacées.
Omschrijving: De stemmingsverhoging is niet in overeenstemming met de omstandigheden van de betrokkene en kan variëren van zorgeloze jovialiteit tot vrijwel onbeheersbare opwinding. De euforie gaat gepaard met toegenomen energie, leidend tot hyperactiviteit, spreekdrang en een verminderde behoefte aan slaap. De aandacht kan niet lang vastgehouden worden en er is dikwijls een opvallend verhoogde afleidbaarheid. Het zelfgevoel is vaak verhoogd met grootheidsideeën en te groot zelfvertrouwen. Verlies van normale sociale remmingen kan uitlopen op gedrag dat roekeloos is, onbezonnen of onnatuurlijk en niet passend bij de omstandigheden.

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Parmi les adultes, les proportions étaient encore un rien supérieures: parmi 78% des adultes, on a enregistré un problème de plaque dentaire visible au niveau buccal et un problème de tartre dans 68% des cas.
Bij de volwassenen lagen de proporties nog een stuk hoger: bij 78% werd op mondniveau zichtbare tandplaque geregistreerd en bij 68% tandsteen.

En ce qui concerne la présence de tartre, les proportions étaient comparables.
Wat de aanwezigheid van tandsteen betreft waren de proporties vergelijkbaar.

Parmi les adultes, les proportions étaient encore un rien supérieures: parmi 78% des adultes, on a enregistré un problème de plaque dentaire visible au niveau buccal et un problème de tartre dans 68% des cas (Tableau 3.5.13).
Bij de volwassenen lagen de proporties nog een stuk hoger: bij 78% werd op mondniveau zichtbare tandplaque geregistreerd en bij 68% tandsteen (Tabel 3.5.13).

Les proportions respectives pour les filles / femmes étaient de 10% et de 35% et pour les garçons / hommes, elles étaient supérieures dans les deux cas : 13% et 28%.
De respectieve proporties voor meisjes/vrouwen waren 10% en 35% en voor jongens/mannen waren ze beide hoger: 13% en 28%.

Chez 14% des jeunes limités physiquement, on a observé des dents de lait (d> 0) et des dents définitives (D> 0) cariées (et non restaurées); les proportions respectives dans le groupe de jeunes limités mentalement et physiquement étaient de 17% et de 21% et dans le groupe limité mentalement, elles étaient de 6%, voire de 42%.
Bij 14% van de jongeren met motorische beperkingen waren er gecarieerde (en niet gerestaureerde) melk- (d> 0) en definitieve tanden (D> 0); de respectieve proporties in de groep jongeren met mentale en motorische beperkingen waren 17% en 21% en in de groep met mentale beperkingen 6% en zelfs 42%.

Les proportions respectives qui étaient enregistrées dans l’échantillon permanent étaient de 80 à 84% et de 72 à 77%.
De respectieve proporties die opgetekend werden in de permanente steekproef waren 80 à 84% en 72 à 77%.

Les proportions respectives qui étaient enregistrées dans l’échantillon permanent étaient de 87 à 90%, 1 à 3%, 6 à 15% et 5 à 14%.
De respectieve proporties die opgetekend werden in de permanente steekproef waren 87 à 90%, 1 à 3%, 6 à 15% en 5 à 14%.

Sur la base des estimations de Kaplan-Meier, les proportions de patients ayant obtenu une RMM maintenue après 48 mois étaient de 92,8 % (IC à 95 % : 88,4-97,2%) dans le bras nilotinib à 300 mg deux fois par jour, 92,4 % (IC à 95 % : 88,5-96,3 %) dans le bras nilotinib à 400 mg deux fois par jour, 88,9 % (IC à 95 % : 83,7-94,0 %) dans le bras imatinib à 400 mg une fois par jour.
Gebaseerd op Kaplan-Meier schattingen was het deel van de patiënten dat MMR bereikte en respons behield na 48 maanden 92,8% (95% CI: 88,4-97,2%) in de groep op nilotinib 300 mg tweemaal daags, 92,4% (95% CI: 88,5-96,3%) in de groep op nilotinib 400 mg tweemaal daags en 88,9% (95% CI: 83,7-94,0%) in de groep op imatinib 400 mg eenmaal daags.

L’âge médian était de 47 ans dans les deux bras nilotinib et 46 ans dans le bras imatinib. Les proportions de patients âgés de 65 ans et plus étaient de 12,8 % dans le bras nilotinib à 300 mg deux fois par jour, 10,0 % dans le bras nilotinib à 400 mg deux fois par jour et 12,4 % dans le bras imatinib à 400 mg une fois par jour.
De mediane leeftijd was 47 jaar in beide nilotinib-armen en 46 jaar in de imatinib-arm, waarbij 12,8%, 10,0% en 12,4% van de patiënten 65 jaar waren in respectievelijk de nilotinib 300 mg tweemaal daags, nilotinib 400 mg tweemaal daags en imatinib 400 mg eenmaal daags behandelingsarmen.

En 2010, 17% des Belges étaient âgés de plus de 65 ans. Cette proportion s’élèvera à 21% en 2025 et 26% en 2050.
In 2010 was 17% van de Belgen ouder dan 65, in 2025 en 2050 zal dit aandeel respectievelijk 21% en bijna 26% bedragen.