Lors de l’arrêt du traitement par Prozac, la dose doit être progressivement diminuée sur une durée d’au moins une à deux semaines, afin de limiter le risque de réactions de sevrage (cf. rubriques 4.4 Mises en gardes spéciales et précautions particulières d’emploi et 4.8 Effets indésirables).
Indien de behandeling met Prozac wordt stopgezet dient de dosering geleidelijk over een periode van tenminste één tot twee weken verlaagd te worden om het risico op onthoudingsverschijnselen te verminderen (zie Rubriek 4.4 ‘Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik’ en Rubriek 4.8 ‘Bijwerkingen’).