Traduction de «présentaient des fractures » (Français → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

fracture | fracture
fractuur | beenbreuk

Fractures du thorax avec fractures des lombes, du bassin et de(s) membre(s)
fracturen van thorax met bekken en onderste deel van rug met extremiteit(en)

Fractures du thorax avec fractures des lombes et du bassin
fracturen van thorax met bekken en onderste deel van rug

Fractures de la tête avec fractures du cou
fracturen van hoofd met hals

fracture du bassin
fractuur van bekken

fracture de la base du pouce
fractuur van basis van duim

bassin de lit pour fracture
ondersteek voor patiënt met gipsbroek

fracture des os du visage
fractuur van aangezichtsbeenderen

fracture fermée du bassin
gesloten bekkenfractuur

fracture fermée bimalléolaire de la cheville
gesloten bimalleolaire fractuur

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Traitement de l'ostéoporose chez la femme ménopausée L'efficacité et la tolérance de Prolia administré en dose unique tous les 6 mois pendant 3 ans ont été étudiées chez des femmes ménopausées (7 808 femmes âgées de 60 à 91 ans, dont 23,6 % d’entre elles présentaient des fractures vertébrales prévalentes). Ces femmes avaient un T-score initial de densité minérale osseuse (DMO) au niveau du rachis lombaire ou de la hanche totale compris entre - 2,5 et - 4,0 et présentant en moyenne un risque absolu de fracture à 10 ans de 18,60 % (déciles : 7,9-32,4 %) pour les fractures ostéoporotiques majeures et de 7,22 % (déciles : 1,4-14,9 %) pour les fractures de la hanche.
Behandeling van osteoporose bij postmenopauzale vrouwen De werkzaamheid en veiligheid van Prolia, eenmaal per 6 maanden toegediend gedurende 3 jaar, zijn onderzocht bij postmenopauzale vrouwen (7.808 vrouwen met een leeftijd van 60 tot 91 jaar, waarvan 23,6% een prevalente wervelfractuur had) met baseline botmineraaldichtheid (BMD) T-scores in de lumbale wervelkolom of de totale heup tussen -2,5 en -4,0 en een gemiddeld absoluut 10-jaar fractuurrisico van 18,60% (decielen: 7,9-32,4%) voor een ernstige osteoporotische fractuur en 7,22%

La seule étude dans laquelle une fréquence accrue de fractures n’a pas été observée, incluait exclusivement des personnes qui ne présentaient pas de facteurs de risque importants de fractures 36 .
In de enige studie waarbij geen verhoogde frequentie werd vastgesteld werden alleen personen geïncludeerd die geen belangrijke risicofacturen voor fracturen hadden 36 .

Tableau 4 : Résultats d’une étude sur les fractures à 3 ans MF 4411 (%, IC à 95 %) chez les patientes qui présentaient comme valeur initiale de la DMO lombaire un T-score inférieur à –2,5
Tabel 4: Resultaten uit een 3 jaars fractuurstudie MF 4411 (%, 95% BI) voor patiënten met een wervelkolom BMD T-score lager dan -2,5 als uitgangswaarde

Tableau 4: Résultats de l’étude MF 4411 sur les fractures à 3 ans (%, IC à 95 %) chez les patientes qui présentaient comme valeur initiale de la DMO lombaire un T-score inférieur à –2,5. Placebo acide ibandronique 2,5 mg (N=587) par jour
Tabel 4: Resultaten uit 3 jaars fractuurstudie MF 4411 (%, 95 % BI) voor patiënten met een wervelkolom BMD T-score lager dan –2,5 als uitgangswaarde Placebo ibandroninezuur 2.5 mg (N=587) dagelijks

Tableau 4: Résultats de l’étude MF 4411 sur les fractures à 3 ans (%, IC à 95%) chez les patientes qui présentaient comme valeur initiale de la DMO lombaire un T-score inférieur à - 2,5 Placebo (N = 587) Acide ibandronique 2,5 mg une fois par jour (N = 575)
Resultaten uit de 3 jaar durende fractuurstudie MF 4411 (%, 95% BI) voor patiënten met een lumbale BMD T-score lager dan -2,5 als uitgangswaarde

Tableau 4 : Résultats de l’étude MF 4411 sur les fractures à 3 ans (%, IC à 95 %) chez les patientes qui présentaient comme valeur initiale de la DMO lombaire un T-score inférieur à –2,5
Resultaten uit 3 jaars fractuurstudie MF 4411 (%, 95 % BI) voor patiënten met een wervelkolom BMD T-score lager dan –2,5 als uitgangswaarde

Après 36 mois de suivi, 137 femmes (11,6%) dans le groupe calcium-vitamine D (n=1176) et 178 (15,8%) dans le groupe placebo (n=1127) (p≤0,02) présentaient au moins 1 fracture de la hanche.
Na 36 maanden opvolging vertoonden 137 vrouwen (11,6%) in de calcium-vitamine D groep (n=1176) en 178 (15,8%) in de placebogroep (n=1127) (p≤0,02) minstens 1 heupfractuur.

À l’issue de 36 mois de suivi, 137 présentaient au moins une fracture de hanche dans le groupe calcium-vitamine D (n = 1176) et 178 dans le groupe placebo (n = 1127 − p ≤ 0,02).
Na 36 maanden follow-up vertoonden 137 vrouwen in de groep met calcium en vitamine D (n=1176) ten minste één heupfractur en 178 in de placebogroep (n=1127) (p ≤ 0,02).