température < à 10°C et ont un taux d’humidité < à 15,5 % pour le froment, le seigle, l’orge, l’épeautre, le maïs, < à 15 % pour les pois et les féveroles ou < 9 % pour les graines de colza et de lin afin de prévenir la formation de mycotoxines.
- granen, eiwitrijke en oliehoudende gewassen worden opgeslagen bij een temperatuur van < 10°C en hebben een vochtgehalte van < 15,5 % voor tarwe, rogge, gerst, spelt en maïs, van < 15 % voor erwten en tuinbonen of van < 9 % voor koolzaad en lijnzaad om de vorming van mycotoxinen te vermijden.