Que, conformément à l’article 16, alinéa 1er, de l’arrêté royal du 30 janvier 1997, une femme doit avoir atteint l’âge de 61 ans pour pouvoir prétendre à une pension non anticipée au cours de la période allant du 1er juillet 1997 au 1er décembre 1999 ;
Dat, overeenkomstig artikel 16, eerste lid, van het koninklijk besluit van 30 januari 1997, een vrouw de leeftijd van 61 jaar moet hebben bereikt, opdat zij in de periode van 1 juli 1997 tot 1 december 1999 recht zou hebben op een niet vervroegd rustpensioen;