Comme avec d’autres antipsychotiques à action alpha1-adréno-bloquante, la quétiapine peut fréquemment provoquer de l’hypotension orthostatique associée à des vertiges, de la tachycardie et des syncopes chez quelques patients, surtout pendant la période initiale, dans la phase d’adaptation des doses (voir rubrique 4.4).
Zoals met andere antipsychotica met alfa 1 -adrenerge blokkerende activiteit kan quetiapine vaak orthostatische hypotensie veroorzaken, geassocieerd met duizeligheid, tachycardie en, bij sommige patiënten, syncope, voornamelijk tijdens de periode van initiële dosistitratie (zie rubriek 4.4.).