Si, par contre, au bout de l'année il a prescrit des antihypertenseurs à 164 patients, (soit à 41% de sa patientèle), sa prescription réelle sera donc 1,03 fois le pourcentage 'attendu', eu égard à la structure de sa patientèle. Son indice de fréquence est donc de 1,03 et est à peu près égal (de 3% supérieur) à la moyenne.
Als hij in werkelijkheid aan 164 patiënten antihypertensiva heeft voorgeschreven (dat is aan 41% van zijn patiëntenbestand), dan bedraagt zijn frequentie-index dus 1,03 : hij schreef ongeveer even vaak (3% hoger dan de gemiddelde huisarts) antihypertensiva voor dan 'verwacht' op basis van de structuur van zijn patiëntenbestand.