Un traitement concomitant avec des inhibiteurs modérés du CYP3A4 (par exemple aprépitant, érythromycine, fluconazole, vérapamil, jus de pamplemousse) ne doit être administré avec prudence qu
e chez les patients recevant 25 mg, et doit être évité chez les pa
tients recevant des doses de temsirolimus supérieures à 25 mg (voir rubrique 4.5). Des traitements a
lternatifs avec des agents sans potentiel d'inhibition du CYP3A4 devront être e
...[+++]nvisagés (voir rubrique 4.5).
Gelijktijdige behandeling met matige CYP3A4-remmers, (bijv. aprepitant, erythromycine, fluconazol, verapamil, grapefruitsap) dient alleen met voorzichtigheid te worden toegediend bij patiënten die 25 mg krijgen en dient te worden vermeden bij patiënten die temsirolimus-doses hoger dan 25 mg krijgen (zie rubriek 4.5). Alternatieve behandelingen die geen CYP3A4 remmend potentieel hebben dienen te worden overwogen (zie rubriek 4.5).