Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "relatif était respectivement " (Frans → Nederlands) :

Chez les femmes présentant au moins 2 ou au moins 1 fracture vertébrale, la réduction du risque relatif (%) était respectivement de 49% et 41% (incidence de nouvelles fractures vertébrales avec le risédronate sodique : 18,1% et 11,3%, avec un placebo : 29,0% et 16,3% respectivement).

Bij vrouwen met minstens 2 wervelfracturen of minstens 1 wervelfractuur daalde het relatieve risico met respectievelijk 49% en 41% (incidentie van nieuwe wervelfracturen met natriumrisedronaat respectievelijk 18,1% en 11,3% en met de placebo 29,0% en 16,3%).


Chez les femmes ayant au moins soit 1, soit 2 fractures vertébrales, la réduction du risque relatif était respectivement de 41 % et 49 % (incidence des nouvelles fractures vertébrales sous risédronate sodique : 11,3 % et 18,1 % ; sous placebo : 16,3 % et 29,0 %, respectivement).

Bij vrouwen met minstens 2 wervelfracturen of minstens 1 wervelfractuur daalde het relatieve risico met respectievelijk 49% en 41% (incidentie van nieuwe wervelfracturen met natriumrisedronaat respectievelijk 18,1% en 11,3% en met de placebo 29,0% en 16,3%).


Chez les femmes ayant au moins, soit 1, soit 2 fractures vertébrales, la réduction du risque relatif était respectivement de 41 et 49% (incidence des nouvelles fractures vertébrales sous risédronate monosodique de 11,3% et 18,1%, 16,3% et 29,0% sous placebo respectivement).

Bij vrouwen met respectievelijk ten minste twee dan wel ten minste één wervelfractuur, nam het relatieve risico af met respectievelijk 49 % en 41 % (incidentie van nieuwe wervelfracturen met natriumrisedronaat respectievelijk 18.1 % en 11.3 %, met placebo respectievelijk 29.0 % en 16.3 %).


Chez les femmes ayant au moins, soit 1, soit 2 fractures vertébrales, la réduction du risque relatif était respectivement de 41% et de 49% (incidence des nouvelles fractures vertébrales sous risédronate sodique 11,3% et 18,1%, sous placebo 16,3% et 29,0%, respectivement).

Bij vrouwen met respectievelijk ten minste twee dan wel ten minste één wervelfractuur, nam het relatieve risico af met respectievelijk 49% en 41% (incidentie van nieuwe wervelfracturen met natriumrisedronaat respectievelijk 18,1% en 11,3%, met placebo respectievelijk 29,0% en 16,3%).


Chez les femmes ayant au moins, soit 1, soit 2 fractures vertébrales, la réduction du risque relatif était respectivement de 41 à 49 % (incidence des nouvelles fractures vertébrales sous risédronate 11,3 % et 18,1 %, sous placebo 16,3 % et 29,0 %, respectivement).

Bij vrouwen met respectievelijk ten minste twee dan wel ten minste één wervelfractuur, nam het relatieve risico af met respectievelijk 49 % en 41 % (incidentie van nieuwe wervelfracturen met natriumrisedronaat respectievelijk 18.1 % en 11.3 %, met placebo respectievelijk 29.0 % en 16.3 %).


Chez les femmes ayant au moins soit 2, soit 1 fractures vertébrales, la réduction du risque relatif était respectivement de 49% et 41 % (incidence des nouvelles fractures vertébrales sous risédronate sodique : 18,1 % et 11,3 % ; sous placebo : 29,0 % et 16,3 %, respectivement).

Bij vrouwen met respectievelijk ten minste twee dan wel ten minste één wervelfractuur, nam het relatieve risico af met respectievelijk 49 % en 41 % (incidentie van nieuwe wervelfracturen met natriumrisedronaat respectievelijk 18,1 % en 11,3 %, met placebo respectievelijk 29,0 % en 16,3 %).


L’incidence de la thrombo-embolie veineuse dans ces études était respectivement de 23 et 31 pour 100.000 femmes-année avec un contraceptif oral à base de drospirénone, et de 9 et 12,5 pour 100.000 femmes-année avec un contraceptif oral à base de lévonorgestrel, avec un odds-ratio (estimation du risque relatif) ajusté à l’âge de 2,7 (intervalle de confiance à 95% de 1,5 à 4,7) dans la première étude, et de 2,8 (intervalle de confiance à 95% de 2,1 à 3,8) dans la deuxième étude.

Twee recente observationele studies geven bijkomende argumenten voor een twee- tot drievoudig hoger risico van veneuze trombo-embolie bij vrouwen die een oraal anticonceptivum nemen op basis van drospirenon dan bij vrouwen die een oraal anticonceptivum nemen op basis van levonorgestrel [ Br Med J 2011; 340: d2139 (doi.10.1136/bmj.d2139) en : d2151 (doi.10.1136/ bmj.d2151) met editoriaal 342: d2519 (doi.10.1136/bmj.2519) ]. De incidentie van veneuze tromboembolie met drospirenon-bevattende anticonceptiva bedroeg 23 per 100.000 vrouwen per jaar in de ene studie en 31 per 100.000 vrouwen per jaar in de andere studie; de incidentie met lev ...[+++]


La survie globale (SG), critère d’évaluation principal de cette étude, était significativement plus longue (test du log-rank, p = 0,0058) dans le bras contenant le docétaxel que dans le bras PF (SG médiane : 70,6 mois versus 30,1 mois respectivement), avec une réduction de 30% du risque de mortalité comparé au bras PF (risque relatif (RR) = 0,70, intervalle de confiance à 95% (95% IC) = 0,54-0,90) et un suivi global médian de 41,9 ...[+++]

Het primaire werkzaamheidseindpunt van dit onderzoek, totale overleving (OS) (logrank test, p = 0,0058), was significant hoger in de docetaxel-arm vergeleken met de PF-arm (mediaan OS: 70,6 versus 30,1 maanden respectievelijk) met een risicoverlaging van de mortaliteit van 30% vergeleken met de PF-arm (risicoratio (HR) = 0,70, 95% betrouwbaarheidsinterval (CI) = 0,54 – 0,90) met een gemiddelde mediane follow-up tijd van 41,9 maanden.




datacenter (12): www.wordscope.be (v4.0.br)

relatif était respectivement ->

Date index: 2023-04-22
w