Par un arrêt prononcé à Strasbourg le 23 juin 1981 dans l'affaire Le Compte, Van Leuven et De Meyere, qui concerne le Royaume de Belgique, la Cour constate, par seize voix contre quatre, une violation de l'article 6, §1 (1) de la Convention européenne des Droits de l'Homme en tant que la cause des requérants n'a pas été entendue publiquement par un tribunal jouissant de la plénitude de juridiction.
Het Europese Hof heeft op 23 juni 1981 uitspraak gedaan in de zaak Le Compte, Van Leuven en De Meyere, die het Koninkrijk België betreft. Met zestien stemmen tegen vier constateert het Hof een schending van artikel 6 lid 1 (1) van het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens voor zover de zaak van de klagers niet in het openbaar is gehoord door een rechterlijke instantie met volledige rechtsmacht.