Le concept de la coexistence tel que défini par la Commission dans la recommandation < Lignes directrices 2003 > est « la capacité des agriculteurs à opérer un choix effectif entre cultures génétiquement modifiées, biologiques et conventionnelles, dans le respect des obligations légales en matière d’étiquetage et/ou de normes de pureté ».
Het idee van het samengaan zoals de Commissie dat definieerde in zijn aanbeveling < Link naar richtsnoeren van de Commissie < Richtsnoeren 2003 > slaat op " de capaciteit van de landbouwers om een effectieve keuze te maken tussen genetisch gewijzigde, biologische en conventionele teelten, met respect voor de wettelijke verplichtingen op het vlak van etikettering en/of normen voor gewaszuiverheid" .