L’utilisation de Rapifen (I. M. ou I. V. ) lors d'un accouchement (césarienne comprise) est à déconseiller, d'une part parce que Rapifen traverse le placenta (une étude réalisée chez 10 femmes a montré un rapport de 1/3 dans la concentration plasmatique fœtus/mère) et, d'autre part, parce que la barrière hémato-encéphalique du fœtus est plus perméable et que le centre respiratoire est plus sensible à divers opiacés.
Het gebruik (I. M. of I. V. ) bij de bevalling (sectio inbegrepen) dient afgeraden te worden, enerzijds omdat Rapifen doorheen de placenta gaat (een studie bij 10 vrouwen toonde een verhouding van de plasmaconcentratie foetus/moeder van 1/3 aan) en anderzijds omdat de bloed-hersenbarrière bij de foetus meer doorgankelijk en het ademhalingscentrum gevoeliger is voor diverse opiaten.