Dans les données combinées de REST et de FES, la réduction jusqu'à 3 ans suivant la vaccination du taux des hospitalisations et des admissions en service d'urgence pour gastro-entérites à RV était de 94,4 % [IC 95 %: 91,6 ; 96,2] pour les génotypes G1-G4, 95,5 % [IC 95 %: 92,8 ; 97,2] pour le génotype G1, 81,9 % [IC 95 %: 16,1 ; 98,0] pour le génotype G2, 89,0 % [IC 95 %: 53,3 ; 98,7] pour le génotype G3, 83,4 % [IC 95 %: 51,2 ; 95,8] pour le génotype G4, et 94,2 % [IC 95: % 62,2 ; 99,9] pour le génotype G9.
Op basis van de gecombineerde gegevens van REST en FES bedroeg de daling van het aantal ziekenhuisopnames en bezoeken aan de afdeling Spoedeisende Hulp voor RV gastro-enteritis tot 3 jaar na de vaccinatie 94,4% (95% betrouwbaarheidsinterval 91,6; 96,2) voor de genotypes G1-G4, 95,5% (95% betrouwbaarheidsinterval 92,8; 97.2) voor het genotype G1, 81,9% (95% betrouwbaarheidsinterval 16,1; 98,0) voor het genotype G2, 89,0% (95% betrouwbaarheidsinterval 53,3; 98,7) voor het genotype G3, 83,4% (95% betrouwbaarheidsinterval 51,2; 95,8) voor het genotype G4 en 94,2% (95% betrouwbaarheidsinterval 62,2; 99,9) voor het genotype G9.