Les patients souffrant d’asthme, de rhinite allergique saisonnière, de gonflement des muqueuses nasales (polypes nasaux), de maladies pulmonaires obstructives chroniques ou d’infections chroniques des voies aériennes (surtout si celles-ci s’accompagnent de symptômes allergiques, similaires à ceux d’une rhinite) développent plus souvent des réactions aux AINS telles qu’une exacerbation de l’asthme (ce que l’on appelle une intolérance aux analgésiques/un asthme analgésique), un œdème de Quincke ou de l’urticaire que les autres patients.
Bij patiënten met astma, seizoensgebonden allergische rinitis, zwelling van de neusslijmvliezen (neuspoliepen), chronische obstructieve longziekten of chronische infecties van de luchtwegen (vooral indien deze gepaard gaan met allergische, rinitisachtige symptomen) komen reacties op NSAID’s zoals astma-exacerbatie (zogenaamde intolerantie voor analgetica/analgetica-astma), Quincke-oedeem of urticaria vaker voor dan bij andere patiënten.