Vertaling van "rifampicine comme la rifampicine est un inducteur du p450 " (Frans → Nederlands) :

Par conséquent, il n’est pas envisagé que les inducteurs connus du CYP3A tels que la rifampicine, la carbamazépine, et d'autres inducteurs des cytochromes P450 aient un effet significatif sur la pharmacocinétique du métabolite actif.
Daarom is het niet te verwachten dat bekende CYP3A-inductoren als rifampicine, carbamazepine en andere inductoren van cytochromen P450 een significant effect hebben op de farmacokinetiek van de actieve metaboliet.

Efavirenz, névirapine, rifampicine, rifabutine et rifapentine Les puissants inducteurs du système métabolique du cytochrome P450, tels que éfavirenz, névirapine, rifampicine, rifabutine et rifapentine, peuvent accélérer le métabolisme de la clarithromycine, et donc diminuer les concentrations plasmatiques de la clarithromycine, tout en augmentant celles de la 14-OH clarithromycine, un métabolite qui est également microbiologiquement actif.
Efavirenz, nevirapine, rifampicine, rifabutine en rifapentine Sterke induceerders van het cytochroom P450 metabolismesysteem zoals efavirenz, nevirapine, rifampicine, rifabutine en rifapentine kunnen het metabolisme van clarithromycine versnellen en daardoor de plasmaspiegels van clarithromycine verlagen, terwijl die van 14-OH-clarithromycine, een metaboliet die ook microbiologisch actief is, verhoogd worden.

Rifampicine Comme la rifampicine est un inducteur du P450 3A4, les taux plasmatiques de cholestérol doivent être surveillés chez les patients qui entreprennent un traitement prolongé par rifampicine (par ex. un traitement de la tuberculose) en même temps qu'avec de la simvastatine.
Rifampicine Aangezien rifampicine een P450 3A4-inductor is, moeten de plasmacholesterolconcentraties worden gevolgd bij patiënten die een langetermijnbehandeling met rifampicine krijgen (bv. behandeling van tuberculose) in combinatie met simvastatine.

Efavirenz, névirapine, rifampicine, rifabutine et rifapentine Les inducteurs puissants du système métabolique appelé cytochrome P450, comme l'éfavirenz, la névirapine, la rifampicine, la rifabutine et la rifapentine, peuvent accélérer le métabolisme de la clarithromycine et réduire ainsi les taux plasmatiques de ce produit, tout en augmentant ceux de la 14-OH-clarithromycine, métabolite également actif sur le plan microbiologique.
Efavirenz, nevirapine, rifampicine, rifabutine en rifapentine Sterke inductoren van de metabolische systeem cytochroom P450 zoals efavirenz, nevirapine, rifampicine, rifabutine en rifapentine kunnen het metabolisme van clarithromycine versnellen en zo de plasmaconcentratie van clarithromycine verlagen, terwijl die van 14-OHclarithromycine, een metaboliet die ook microbiologisch actief is, stijgt.

Éfavirenz, névirapine, rifampicine, rifabutine et rifapentine Les inducteurs puissants du système métabolique appelé cytochrome P450, comme l’éfavirenz, la névirapine, la rifampicine, la rifabutine et la rifapentine, peuvent accélérer le métabolisme de la clarithromycine et réduire ainsi les concentrations plasmatiques de ce produit, tout en augmentant celles de la 14-OH-clarithromycine, métabolite également actif sur le plan microbiologique.
Efavirenz, nevirapine, rifampicine, rifabutine en rifapentine Sterke inductoren van het cytochroom P450-enzymsysteem zoals efavirenz, nevirapine, rifampicine, rifabutine en rifapentine kunnen het metabolisme van claritromycine versnellen en dus de plasmaconcentraties van claritromycine verlagen en die van 14-OH-claritromycine, een metaboliet die ook microbiologisch actief is, verhogen.

Le métabolisme des œstrogènes et des progestatifs peut être augmenté par l’utilisation simultanée d’inducteurs enzymatiques, notamment les enzymes du cytochrome P450, comme les anticonvulsivants (comme le phénobarbital, la phénytoïne, la carbamazépine) ou les antiinfectieux (comme la rifampicine, la rifabutine, la névirapine, l’éfavirenz).
Het metabolisme van œstrogenen kan toenemen bij gelijktijdig gebruik van inductoren van geneesmiddel metaboliserende enzymen, met name cytochroom-P450-enzymen, zoals antiepileptica (bijvoorbeeld fenobarbital, fenytoïne, carbamazepine) en anti-infectieuze middelen (bijvoorbeeld rifampicine, rifabutine, nevirapine, efavirenz).

Inducteurs du cytochrome P450: Les inducteurs du cytochrome P450 (p.ex. rifampicine, phénytoïne, barbituriques) peuvent atténuer les effets corticoïdes du budésonide.
CYP450 induceerders: De CYP450 induceerders (b.v. rifampicine, fenytoïne, barbituraten) kunnen het corticoïd effect van budesonide verlagen.

Une co-administration d’inducteurs du cytochrome P450 (tels que rifampicine, carbamazépine, phénobarbital) peut intensifier le métabolisme du thiotépa et entraîner ainsi une augmentation des concentrations plasmatiques du métabolite actif.
Gelijktijdige toediening van inductoren van het cytochroom P450 (zoals rifampicine, carbamazepine, fenobarbital) kan het metabolisme van thiotepa versterken, wat leidt tot verhoogde plasmaconcentraties van de actieve metaboliet.

Les inducteurs enzymatiques (comme le millepertuis [Hypericum perforatum], la rifampicine, les barbituriques, la phénytoïne, la carbamazépine, le ritonavir, l'éfavirenz) sont susceptibles de diminuer l'exposition à la canagliflozine.
Middelen die enzymen induceren (zoals sint-janskruid [Hypericum perforatum], rifampicine, barbituraten, fenytoïne, carbamazepine, ritonavir, efavirenz) kunnen een verminderde blootstelling aan canagliflozine veroorzaken.

Substances actives pouvant diminuer les concentrations plasmatiques d’imatinib Les substances agissant comme inducteurs de l’activité du CYP3A4 (par exemple : dexaméthasone, phénytoïne, carbamazépine, rifampicine, phénobarbital, fosphénytoïne, primidone, Hypericum perforatum (millepertuis)) pourraient réduire significativement l’exposition systémique au Glivec, et potentiellement augmenter le risque d’échec thérapeutique.
Werkzame stoffen die de plasma-concentratie van imatinib kunnen verlagen: Stoffen die CYP3A4-activiteit induceren (bv. dexamethason, fenytoïne, carbamazepine, rifampicine, fenobarbital, fosfenytoïne, primidon of Hypericum perforatum, ook bekend als sint-janskruid) kunnen de blootstelling aan Glivec significant verminderen, met een mogelijke verhoging van het risico op falen van de therapie.