Traduction de «rispéridone présentent » (Français → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

produit contenant de la rispéridone
product dat risperidon bevat

produit contenant de la rispéridone sous forme parentérale
product dat risperidon in parenterale vorm bevat

surdose accidentelle de rispéridone
accidentele overdosis risperidon

surdose de rispéridone
overdosis risperidon

allergie à la rispéridone
allergie voor risperidon

produit contenant de la rispéridone sous forme orale
product dat risperidon in orale vorm bevat

intoxication par la rispéridone
intoxicatie door risperidon

rispéridone
risperidon

surdose intentionnelle de rispéridone
opzettelijke overdosis risperidon

intoxication accidentelle par la rispéridone
accidentele intoxicatie door risperidon

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Même si les métaboliseurs rapides présentent des concentrations plus faibles de rispéridone et plus élevées de 9-hydroxyrispéridone que les métaboliseurs lents, la pharmacocinétique de l’ensemble rispéridone + 9-hydroxy-rispéridone (c.-à-d. la fraction antipsychotique active) après l’administration de doses uniques et multiples est similaire chez les métaboliseurs rapides et lents du CYP 2D6.
Hoewel sterke metaboliseerders lagere risperidon- en hogere 9-hydroxyrisperidonconcentraties hebben dan zwakke metaboliseerders, is de farmacokinetiek van risperidon en 9-hydroxyrisperidon samen (dus de actieve antipsychotische fractie) na eenmalige en herhaalde toediening vergelijkbaar bij sterke en zwakke CYP2D6-metaboliseerders.

La liste suivante énumère d'autres réactions médicamenteuses indésirables associées à la rispéridone identifiés comme RMI pendant les essais cliniques portant sur la présentation injectable de rispéridone à longue action, mais pas dans les essais cliniques consacrés à la rispéridone orale.
Hieronder staat een lijst met aanvullende bijwerkingen die geassocieerd worden met risperidon, die als bijwerkingen zijn benoemd tijdens klinische studies waarmee de langwerkende injecteerbare vorm van risperidon werd onderzocht maar die niet als bijwerking werden bepaald in de klinische studies waarbij oraal risperidon werd onderzocht.

Biotransformation et élimination La rispéridone est métabolisée par le CYP 2D6 en 9-hydroxy-rispéridone, qui présente une activité pharmacologique similaire à celle de la rispéridone.
Biotransformatie en eliminatie Risperidon wordt door CYP2D6 gemetaboliseerd tot 9-hydroxyrisperidon, dat eenzelfde farmacologische activiteit heeft als risperidon.

Prise de poids Les proportions de patients schizophrènes adultes traités par rispéridone et placebo, présentant une prise pondérale ≥ 7 % du poids corporel, ont été comparées dans un ensemble d’études contrôlées par placebo, d’une durée de 6 à 8 semaines, révélant une incidence de prise pondérale statistiquement significativement plus importante avec la rispéridone (18 %) par rapport au placebo (9 %).
Gewichtstoename De percentages van met risperidon of een placebo behandelde volwassen patiënten met schizofrenie die voldeden aan het criterium van gewichtstoename van ≥ 7% van het lichaamsgewicht, werden vergeleken in een pool van placebogecontroleerde studies van 6 tot 8 weken. Er werd een statistisch significant hogere incidentie van gewichtstoename vastgesteld met risperidon (18%) dan met de placebo (9%).

Des études publiées ont révélé que les comprimés pelliculés de rispéridone et la solution buvable de rispéridone présentent une bioéquivalence proche.
Gepubliceerde studies hebben aangetoond dat risperidon filmomhulde tabletten en risperidon drank bij benadering bioequivalent zijn.

Il n’existe pas de données adéquates émanant de l’utilisation de rispéridone chez des femmes enceintes. Les nouveau-nés exposés à des antipsychotiques (y compris à la rispéridone) pendant le troisième trimestre de la grossesse risquent de présenter des effets indésirables, notamment des symptômes extrapyramidaux et/ou des symptômes de sevrage dont la sévérité et la durée peuvent varier après l’accouchement.
Pasgeborenen die werden blootgesteld aan antipsychotica (waaronder risperidon) tijdens het derde trimester van de zwangerschap, lopen een risico op bijwerkingen waaronder extrapiramidale en/of ontwenningssymptomen, waarvan de ernst en de duur na de bevalling kunnen variëren.

L’efficacité de la rispéridone en monothérapie dans le traitement en aigu des épisodes maniaques associés au trouble bipolaire de type I a été démontrée dans 3 études en double aveugle, en monothérapie, contrôlées versus placebo portant sur environ 820 patients présentant un trouble bipolaire de type I, selon les critères du DSM-IV. Dans ces 3 études, la rispéridone 1 à 6 mg/jour (dose initiale de 3 mg dans deux études et de 2 mg dans une étude) a été statistiquement supérieure au placebo sur le critère primaire défini a priori, c’est-à-dire la variation du score total de l’échelle de la Young Mania Rating Scale (YMRS) à 3 semaines par rapport à la valeur initiale.
De werkzaamheid van risperidon monotherapie bij de acute behandeling van manische episodes bij bipolaire stoornis type I werd aangetoond in drie dubbelblinde placebogecontroleerde monotherapiestudies bij ongeveer 820 patiënten met bipolaire stoornis type I, op basis van de DSM- IV- criteria. In de drie studies bleek risperidon 1 tot 6 mg/dag (begindosis in twee studies 3 mg en in één studie 2 mg) significant beter dan placebo op het van tevoren vastgestelde eindpunt, namelijk de verandering in de Young Mania Rating Scale (YMRS)-totaalscore in week 3 ten opzichte van baseline.

Cette étude a montré que, par rapport à la rispéridone, les utilisateurs d’halopéridol présentent un risque de mortalité accrue (HR 2,07 ; IC à 95% de 1,89 à 2,23) et les utilisateurs de quétiapine une réduction du risque (HR 0,81 ; IC à 95% de 0,75 à 0,88).
Dit onderzoek toonde aan dat in vergelijking met risperidon gebruikers van haloperidol een verhoogd sterfterisico hebben (HR 2,07; 95% BI 1,89 – 2,23) en gebruikers van quetiapine een verlaagd risico (HR 0,81; 95% BI 0,75 – 0,88).