Le risque d’insuffisance cardiaque sévère peut être réduit grâce à un suivi régulier de la fraction d’éjection ventriculaire gauche (FEVG) au cours du traitement, avec un arrêt rapide de l’épirubicine dès les premiers signes d’altération de la fonction.
De kans op ernstige hartstoornissen kan verlaagd worden door regelmatige controle van de ejectiefractie van de linker ventrikel (LVEF) tijdens de behandeling, waarbij de toediening van epirubicine onmiddellijk gestaakt wordt bij de eerste tekenen van een verminderde hartfunctie.