Vertaling van "réduction de risque significative versus " (Frans → Nederlands) :

Ce n'est qu'après une cure de 7 jours que l'on peut parler d'une réduction de risque significative versus placebo, ce qui implique un NNT de.
Enkel bij de 7-dagen kuur is er sprake van een significante risicoreductie t.o.v. placebo die een NNT van 6 impliceert.

Les résultats d’efficacité chez les patients ne pouvant utiliser ni AINS ni colchicine et qui bénéficiaient d’un THU, étaient en échec sous THU ou présentaient une contre-indication au THU (N=101) ont été cohérents avec ceux observés dans la population totale étudiée, avec une différence statistiquement significative versus acétonide de triamcinolone dans l’intensité de la douleur à 72 heures (-10,2 mm ; p=0,0208) et dans la réduction du risque de crises ultérieures (Risque relatif 0,39 ; p=0,0047 à 24 semaines)
Werkzaamheidsresultaten bij een subgroep van patiënten, die niet in staat zijn NSAID’s en colchicine te gebruiken en die ULT kregen, bij wie ULT heeft gefaald of die een contra-indicatie voor ULT hadden (N=101), waren consistent met de totale studiepopulatie met een significant verschil in pijnintensiteit na 72 uur (-10,2 mm, p=0,0208) en in het verlagen van het risico op volgende aanvallen (Hazard ratio 0,39, p=0,0047 na 24 weken) vergeleken met triamcinolonacetonide.

Il n'existait aucune différence significative entre les deux thérapies quant à la réapparition des maux de gorge après le traitement, ni à court terme (8 à 15 jours après le début de la thérapie: réduction absolue du risque de 9 % avec la cure de sept jours), ni à long terme (2 à 6 mois après le début de la thérapie: réduction absolue du risque de 5 % avec la cure de sept jours).
Er bestond geen significant verschil tussen beide therapieën in het heroptreden van keelpijn na de behandeling, noch op korte termijn (8 tot 15 dagen na de start van de therapie: absolute risicoreductie van 9% met de zeven-dagen kuur) noch op lange termijn (2 tot 6 maanden na de start van therapie: absolute risicoreductie van 5% met de zeven-dagen kuur).

Légende: pén.= pénicilline; GASHB= streptocoques beta-hémolytiques du groupe A; p= valeur p d'évaluation de signification; ns= non significatif; RAR= réduction absolue de risque; RRR= réduction de risques relatif; NNT= nombre à traiter; SBH= streptocoques beta-hémolytiques.
Legende: Pen.= penicilline; GABHS= groep A beta-hemolytische streptokokken; p= p-waarde significantietoets; ns= niet significant; ARR= absolute risicoreductie; RRR= relatieve risicoreductie; NNT= number needed to treat; FU= follow-up

La linagliptine a également induit des améliorations significatives de l'HbA1c cible de < 7,0 % (31,2 % sous linagliptine versus 9,2 % sous placebo) et de la glycémie à jeun (GAJ), avec une réduction de -12,7 mg/dl par rapport au placebo.
Linagliptine liet ook significante verbeteringen zien bij patiënten die een streef-HbA1c bereikten van < 7,0% (31,2% met linagliptine versus 9,2% met placebo). Hetzelfde gold voor de nuchtere plasmaglucose (FPG) met een afname van -12,7 mg/dl in vergelijking met placebo.

Une réduction notable de la surface adénomateuse duodénale a également été observée comparativement au placebo (14,5% avec le célécoxib 400 mg deux fois par jour versus 1,4% avec le placebo), qui cependant n’était pas statistiquement significative.
Vergeleken met placebo werd ook een aanzienlijke reductie van duodenale adenoma-oppervlakte waargenomen (14,5% voor celecoxib 400mg tweemaal per dag versus 1,4% voor placebo), hetgeen echter niet statistisch significant was.

Le bras de traitement temsirolimus 175 mg (3 doses hebdomadaires successives) puis 25 mg par semaine n’a pas entraîné une augmentation significative de la SSP par rapport au choix de l’investigateur (médiane : 3,4 versus 1,9 mois ; risque relatif = 0,65 ; IC = 0,39 à 1,10 ; p = 0,0618).
De temsirolimus behandelarm 175 mg (3 opvolgende wekelijkse doses) gevolgd door 25 mg per week liet geen significante verhoging in PFS zien vergeleken met de keuze van de onderzoeker (mediaan 3,4 vs. 1,9 maanden, risicoratio = 0,65, CI = 0,39, 1,10, p = 0,0618).

Chez 93% des patients qui prennent de la pénicilline, on constate une amélioration après 48 heures versus 73% dans le groupe placebo, en d'autres termes une réduction absolue du risque de 20%.
Bij 93% van de patiënten die penicilline nemen, wordt na 48u een verbetering vastgesteld t.o.v. 73% in de placebogroep, m.a.w. een absolute risicoreductie van 20%.

La réduction absolue du risque pour la pénicilline versus placebo est la suivante: 3% après 2 jours, 9% après 3 jours, 8% après 4 jours, et 1% après 6 jours.
De absolute risicoreductie voor penicilline t.o.v. placebo is als volgt: 3% na 2 dagen, 9% na 3 dagen, 8% na 4 dagen, en 1% na 6 dagen.

Petersen et al (1997) mentionnent aussi bien le pourcentage de patients améliorés au jour 3, ce qui donne une réduction absolue du risque de 14% (NNT=7), que la durée moyenne pour obtenir l’amélioration en l'occurrence de 4 jours dans le groupe ayant pris de l'érythromycine versus 5 jours dans le groupe ayant pris un placebo (valeurs p non mentionnées).
Petersen et al (1997) rapporteren zowel het percentage patiënten verbeterd op dag 3, met een absolute risicoreductie van 14% (NNT=7), als de gemiddelde duur tot verbetering, m.n. 4 dagen in de erythromycinegroep versus 5 dagen in de placebogroep (p-waarden niet vermeld).