Lorsque le conjoint-aidant a demandé à être assujetti en lieu et place de son épouse dans le cadre du statut social des travailleurs indépendants (article 12 de l’A.R. n°38 du 27 juillet 1967), les revenus de l’activité indépendante doivent être considérés comme des revenus professionnels de l’épouse exploitante, à l’exception de la part des revenus attributée au conjoint-aidant, en application de l’article 86 du C. I..
Wanneer de meewerkende echtgenoot heeft gevraagd om in het kader van het sociaal statuut van de zelfstandigen (artikel 12 van het K.B. nr. 38 van 27 juli 1967) in de plaats van zijn echtgenote te worden onderworpen, moeten de inkomsten uit de zelfstandige activiteit als beroepsinkomsten worden beschouwd van de echtgenote die de zaak uitbaat, met uitzondering van het deel van de inkomsten dat aan de meewerkende echtgenoot wordt toegekend in toepassing van artikel 86 van het W.I..